Hoogveenkolonie met achtervaart, ontstaan in 1811, toen het Avereestse hoogveengebied doorsneden werd door een kanaal naar Hasselt. Het werd gesticht door mr.
W.J. Baron van Dedem, tevens naamgever van de kolonie.
Het dorp ontwikkelde zich langs twee vaarten, de noordelijk gelegen Langewijk en de Hoofdvaart, die bij Rollepaal (Sluis 6) samenkomen en als Rheezereind verder gaan. Eerst groef men de Langewijk en pas in 1817 de Hoofdvaart of Dedemsvaart.
In 1837 werd het gebied toegevoegd aan de gemeente Avereest. Door de beschikbaarheid van turf werden langs de Kalkwijk (nu Zuidwolderstraat) vanaf 1820 kalkovens gebouwd, waarin de uit de Waddenzee afkomstige schelpen gebrand werden tot kalk, bestemd voor Noord-Hollandse bouwplaatsen.
De in 1890 opgerichte scheepswerf H.H. Mittendorf werd omdat de Langewijk gedempt werd, in 1966 naar Kampen verplaatst.
De grond aan de oostzijde van het dorp bleek uitstekend geschikt voor tuinbouw. In 1869 stichtte de vervener H.
Scholten in Rheezerend een bloemen- en plantenkwekerij, die uitgroeide tot de snijgroenkwekerij ‘Tottenham’.
In 1888 volgde de kwekerij Moerheim van B.
Ruys waarnaast zich nu de tuinen van Mien Ruys bevinden. Vanaf het begin van de 20ste eeuw volgde een eerste opvulling tussen de beide lintbebouwingen in de vorm van de Julianastraat en Van Haeringenstraat.
Door verdere uitbreidingen is een rechthoekige structuur ontstaan met aan de oostzijde het industriegebied De Rollepaal met de kunststofverwerkende industrie Wavin en het grondboorbedrijf Haitjema.