Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

De Herv. kerk in Enschede

betekenis & definitie

De Herv. kerk (Oude Markt 31), oorspronkelijk gewijd aan St. Jacobus de Meerdere, is een tweebeukige, laatgotische en geheel in Bentheimer zandsteen opgetrokken kerk.

De toren telt vijf geledingen en heeft een ingesnoerde naaldspits met wijzerplaten. De eerste kerk op deze plaats moet omstreeks 1000 gesticht zijn.

Omstreeks 1200 werd deze kleine zaalkerk naar het oosten uitgebreid met een recht gesloten koor en naar het westen tot aan de huidige toren. Delen van de noordmuur van het schip stammen nog uit deze tijd.

Eveneens in het begin van de 13de eeuw kwam de onderste geleding van de laatromaanse toren tot stand; de boogingang was voorzien van hoekkolonnetten en boogstaven. Aan de noordwand zitten resten van een vergelijkbare ingang.

De drie volgende geledingen van de toren werden in de tweede helft van de 13de eeuw toegevoegd. Inwendig zijn op de eerste verdieping sporen teruggevonden van waarschijnlijk een St.-Michielskapel: een halfronde nis geflankeerd door kleine rondboogvensters die oorspronkelijk in de kerk uitkwamen, maar later dichtgemaakt zijn.

Blijkens een inscriptie in de zuidgevel werd de kerk in 1480 vergroot door verlenging van het koor en toevoeging van een zuidbeuk, waardoor een tweebeukige hallenkerk met driezijdig gesloten koren ontstond. Tevens verhoogde men de toren met een geleding om daar de klokken in onder te brengen.

Aan de noordzijde werd een sacristie gebouwd die in 1502 gereedkwam.

In 1703 woei de spits van de toren en bij de stadsbrand van 1750 brandde ook de kerk uit.

Men restaureerde de kerk in 1789 en in 1803 opnieuw. In 1842 verbouwde men de kerk ingrijpend tot één zaalruimte: men brak de zuilen tussen beide beuken uit en trok beide koorsluitingen samen.

Bogen en gewelven verdwenen eveneens en aan de noordzijde kwamen er steunberen bij. Na de stadsbrand van 1862 werd de kerk hersteld naar plannen van B.

Looman, waarbij de smalle spitsboogvensters plaats maakten voor brede rondboogvensters. Het uit die tijd daterende cassettenplafond heeft rozetten, waarvan er vier onderdeel zijn van een vroeg ventilatiesysteem.

Hun hoogte is verstelbaar waardoor ze als luchtkoker kunnen fungeren. Verder kreeg de toren toen een achtzijdige lantaarn.

In 1891 volgden inwendige herstellingen. De verzakking van de toren maakte in 1926-'28 een algehele restauratie noodzakelijk.

Deze stond onder leiding van J. en Th.

Stuivinga.

De toren werd in de vierde geleding voorzien van vernieuwde tweedelige romanogotische galmgaten en van een modern klokkenspel. Ook week de spits uit 1862 voor een reconstructie van die uit 1480.

De kerk kreeg in 1928 elf gebrandschilderde ramen naar ontwerp van J. Veldhuis en uitgevoerd door J.L.

Schouten, voorstellende zeven bijbelse, twee historische en twee voorstellingen over de geschiedenis van Enschede en Lonneker. De ramen werden door diverse textielfamilies geschonken; hun namen, huismerken en/of wapens zijn in de ramen verwerkt.

De kansel uit 1928 is vervaardigd door de firma Middelbeek; de beelden zijn gemaakt door L. Vreugde.

Van zijn hand zijn ook de honderd gebeeldhouwde lambriseringskoppen, onder andere voorstellende figuren uit het Oude en het Nieuwe testament en personen die belangrijk waren voor de Reformatie. In de kerk bevindt zich verder nog een zandstenen doopvont uit circa 1200 en een orgel uit 1892 gebouwd door L. van Dam.

De portalen aan de oosten westzijde van de kerk en de deur en kast in de consistoriekamer, alle in neogotische stijl, dateren uit circa 1865.

< >