Monumenten in Noord Holland

R. Stenvert en C. Kolman (2006)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Hofjes in Haarlem

betekenis & definitie

Het in 1395 door Dirck van Bakenes gestichte hofje De Bakenesserkamer (Bakenessergracht 66) [70] kreeg zijn huidige vorm in de 17de eeuw. Aan de grachtzijde geven een poortje met tekstcartouche (1632) en een steeg met achtzijdig ‘knooppunt’ (1756) toegang tot het aan drie zijden met wit gepleisterde woningen omringde hofje met pomp.

In 1663 heeft men één woning verbouwd tot regentenkamer (met uitbouw). De toegangspoort (circa 1630) aan de Wijde Appelaarsteeg is voorzien van ionische pilasters en een segmentvormig fronton met tekstcartouche.Het Brouwershofje (Tuchthuisstraat 8) [71] werd in 1472 gesticht uit de nalatenschap van Katharina en Jacob Huijge Roepersz en overgedragen aan het Brouwersgilde. Na de stadsbrand in 1576 werd het hofje herbouwd in 1586 (jaartalankers). In het midden van de in 1930 en 1987 gerestaureerde woningrij bevindt zich een poort naar de achterplaats. Het Hofje Van Loo of Gasthuishofje (Barrevoetestraat 7) [72] werd gesticht in 1489 door burgemeester Symon Pietersz van Loo en overgedragen aan het St.-Elisabethsgasthuis. De wit gepleisterde 17de-eeuwse woningen liggen om een naar de straat geopende binnenplaats. De pomp (circa 1770) draagt het gasthuiswapen.

De regentenkamer heeft men in 1843 verbouwd tot twee woningen. In 1885 zijn drie huisjes gesloopt bij de verbreding van de Barrevoetestraat; deze zijn vervangen door drie ongepleisterde huisjes op het terrein. Het hofje is rond 1987 gerestaureerd.

Aan de Witte Herenstraat liggen vlak bij elkaar drie vroeg-17de-eeuwse hofjes. Uit de nalatenschap van de naamgever werd in 1607 het Frans Loenenhofje (Witte Herenstraat 24) [73] gesticht en in 1609 volgde een uitbreiding in opdracht van proost Jacobus Zaffius (gedenkstenen). De in 1736 en 1772 (gedenkstenen) herstelde woningen staan om een rechthoekige binnenplaats, die toegankelijk is via een maniëristisch poortje met stichterswapen (1625, gerestaureerd 1986). In 1777 werd een van de woningen verbouwd tot regentenkamer met goudleerbehang. Het naastgelegen Luthers Hofje (Witte Herenstraat 16) [74] werd rond 1615 door Jan Pompen gesticht bij de nieuwe Luth. kerk op het terrein van het oude norbertijnerklooster (Witte Heren). Rond 1648 volgde een uitbreiding en in 1804 een ingrijpende verbouwing.

De huidige toegang in een vleugel met laat-19de-eeuwse woningen (Witte Herenstraat 10-20) kwam in 1888 in de plaats van de oude toegang aan de Magdalenastraat. Van het door het St. Nicolaas- of Koopmansgilde in 1613 gestichte Coomanshofje resteert sinds de sloop in 1871 alleen het toegangspoortje met gebeeldhouwde voorstelling van St. Nicolaas en twee kinderen (Witte Herenstraat 30); het jaartal 1659 op het poortje hoort bij herstel van het hofje. Ook elders in de stad werden in de 17de eeuw hofjes gesticht, zoals in 1616 het Hofje van Guurtje de Waal (Lange Annastraat 40; gerestaureerd 1985) [75]. Dit hofje werd in 1661 door burgemeester Jan de Waal uitgebreid en grotendeels vernieuwd door Anna Cornelia Hooreman in 1783 (gevelsteen).

Het geblokte natuurstenen poortje uit 1616 heeft een bekroning met wapencartouche en festoenen uit 1661. Het in 1616 uit de nalatenschap van Catrijn Jansdochter Amen gestichte Hofje In den Groene Tuin (Warmoesstraat 25) [76] bestaat uit twee rijtjes wit gepleisterde 17de-eeuwse woningen. Deze waren toegankelijk via een steeg met steegbogen en een poortje aan de Lange Veerstraat (hersteld 1982). Het huidige hoofdgebouw met tuitgevels, vensters met deelzuiltjes en gebeeldhouwde koppen van oude mannen en vrouwen verrees in 1885 aan de Warmoesstraat naar een neogotisch ontwerp van G.H. Robbers (gerestaureerd 1978). Toegankelijk via een smalle steeg vanaf de Botermarkt is het tussen 1618 en 1626 door Jan Bruininck gestichte Bruiningshofje (Botermarkt 9) [77]. De vroeg-17de-eeuwse woningen aan de westzijde van de binnenhof zijn gerestaureerd en die aan de oostzijde herbouwd in 1936-'47 (K.

Jonkheid). Het Hofje van Wilhelm van Heythuysen (Kleine Houtweg 135) werd in 1651 ten zuiden van de stad ingericht in het buitenverblijf van de naamgever. Het toenmalige L-vormige complex met hoger opgetrokken paviljoen werd in 1756 aan de noordzijde uitgebreid met enkele woningen aan een binnenstraatje. Het complex is in fasen gerestaureerd (1965, 1977 en 1985). Het voorm. O.L.

Vrouwe- of St.-Anthoniegasthuis (Klein Heiligland 64) [78] is een wit gepleisterd complex bestaande uit een hoofdgebouw met midden-17de-eeuwse kern en een 18de-eeuws aanzicht, en twee rond 1730 toegevoegde lage zijvleugels met woningen (gerestaureerd eind 20ste eeuw). Het hier vanaf het midden van de 17de eeuw ingerichte hofje werd door Pieter Teyler van der Hulst een tijd lang onderhouden tot de bouw van het Teylershofje aan de Koudenhorn in 1787. Daarna liet J. Vervaaren het oude complex inrichten als hofje van het O.L. Vrouwe- en St.-Anthoniegasthuis, twee in 1726 samengevoegde laat-middeleeuwse stichtingen. In de 18de eeuw kwamen verschillende grote hofjes tot stand. Het imposante Hofje van Staats (Jansweg 39)

[79] werd gebouwd in 1730-'33 in opdracht van garenhandelaar IJsbrand Staats naar plannen van Abraham Klijn met vier vleugels om een binnenplaats. Het hogere middendeel van de voorvleugel wordt bekroond door een achtzijdige open klokkentoren (Hendrik de Werff). De natuurstenen pronkrisaliet is voorzien van een portiek met composietpilasters en een geschulpt fronton met het wapen van de familie Staats. De gevels van de flankerende bouwdelen tonen door Gerrit van Heerstal vervaardigde reliëfs die de Barmhartigheid (rechts) en de Liefde (links, met stichtersportret) voorstellen. De regentenkamers aan weerszijden van de middengang in het hoofdgebouw bevatten 18de- en vroeg-19de-eeuwse interieuronderdelen, waaronder schoorsteenstukken (1733-'34, Frans Decker) en behangsels (geel en groen). Het complex is gerestaureerd in 1988-'91.

Het bestuur van het Staatshofje werd in 1760 samengevoegd met dat van het toen net ingerichte Hofje van Noblet (Nieuwe Gracht 2) [80], dat in 1758-'60 tot stand kwam uit de nalatenschap van Leonard Noblet en zijn twee zusters naar plannen van Willem Batelaan of Isaäc Roussel. Het huis van de familie Noblet op de hoek Nieuwe Gracht/Hooimarkt bevat (regenten)vertrekken met goudleerbehang en stucplafonds. De woningen van het in 1990-'91 gerestaureerde hofje liggen in vier vleugels om een binnenhof. De zandstenen pronkrisaliet van de gevel aan de grachtzijde toont het wapen van de familie Noblet en heeft een bekroning met klok. Het rond 1978 gerestaureerde U-vormige Hofje Van Oorschot (Kruisstraat 44) [81] werd in 1768-'69 gebouwd uit de nalatenschap van Wouter van Oorschot ter plaatse van het voorm. H. Geesthuis.

Het hoofdgebouw toont boven de ingang een driehoekig fronton met afgehakt alliantiewapen (nu geschilderd). De regentenkamer heeft een schoorsteen met de wapens van de families Oorschot en Savary. De binnenplaats wordt afgesloten door een hek met hardstenen pijlers in Lodewijk XV-vormen, waarvan twee met vaasvormige ornamenten. Het Remonstrants Hofje (Ursulastraat 16) [82], gesticht in 1774 door Justus en Isabella van Leeuwarden voor alleenstaande remonstrantse vrouwen (gevelsteen), werd ingericht in het voorm. Ursulaklooster (gesticht circa 1445). Het laat-middeleeuwse dwarse voorhuis bevat nog restanten van de kloosterkapel, te weten kruisribgewelven (begane grond) en een hoge kapconstructie met ribben van een houten tongewelf (circa 1464 (d)).

De geblokte ingangsomlijsting met segmentvormig fronton is 18de-eeuws. Een overwelfde doorgang (16de eeuw) leidt naar de tweelaagse woningen aan de binnenplaats, waarvan die aan het einde is voorzien van een driezijdige erkeruitbouw. Uit de nalatenschap van Pieter Teyler van der Hulst kwam in 1785-'87 naar plannen van Leendert Viervant het Teylershofje (Koudenhorn 64) [83] tot stand. Het imposante voorgebouw heeft een grote open Dorische porticus, een driehoekig fronton met wapen (buitenzijde) en een weelderig opzetstuk met zonnewijzer (binnenhofzijde). Binnen bevindt zich een betimmerde regentenkamer in Lodewijk XVI-stijl. De woningen van het rond 1990 gerestaureerde hofje omsluiten een binnenterrein met hardstenen pomp. Een poortje met zonnewijzer vormt de toegang tot de achterbouw en de laat-19de-eeuwse woningen aan de Teylerhofjesstraat.

In de 19de eeuw nieuw gesticht uit een fonds van Abraham de Haas is het zogeheten Guurt Burret's Hofje (Essenstraat 24) [84], gebouwd in 1868-'70 naar een ontwerp in eclectische vormen van P. Kleiweg Dyserinck. Achter het hoofdgebouw (Gasthuisvest 31) staan zes symmetrisch geplaatste woningblokken met forse overhoeks geplaatste schoorstenen. Er werden in de 19de eeuw ook oudere hofjes (grotendeels) herbouwd, zoals het Wijnbergshofje (Barrevoetestraat 4) [85], gesticht rond 1662 ter plaatse van de Doopsgez. vermaning ‘De Wijnberg’. Het huidige eclectische hoofdgebouw en de woningen in de zijvleugels dateren uit 1872. Alleen de achtervleugel heeft nog een 18de-eeuwse gevel met rijke kroonlijst in Lodewijk XV-vormen.

Het rond 1640 door Jacques van Damme gestichte Zuiderhofje (Zuiderstraat 12) [86] kreeg bij de herbouw in 1891-'92 naar plannen van A. Salm een nieuw hoofdgebouw met daktorentje en nieuwe woningen om een binnenplaats (gerestaureerd 1982-'84).

< >