Monumenten in Noord Holland

R. Stenvert en C. Kolman (2006)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Hofjes in Amsterdam

betekenis & definitie

Voornamelijk in de Jordaan en in het zuidoostelijke deel van de grachtengordel werden in de 17de en 18de eeuw veel hofjes ingericht voor armlastigen, bejaarden en weduwen. Deze hofjes zijn vanaf de straat vaak alleen te herkennen door een poortje dat via een steeg of doorgang leidt naar de woningen op het binnenterrein.

Het in 1614 per testament door Jeff Gerritsz Oly gestichte St.-Andrieshofje (Egelantiersgracht 105-145) bestaat uit drie vleugels met woningen uit 1617 om een binnenplaats achter enkele uit de tweede helft van de 19de eeuw daterende woningen (nrs. 105-109 en 137-145). De linkervleugel bevat op de verdieping een (ontruimde) laat-19de-eeuwse kapel en heeft in de gevel een (verplaatste) 17de-eeuwse gevelsteen met een afbeelding van Christus. Een eenvoudig poortje met gevelsteen leidt naar de binnenplaats met fontein van het Anslo's hofje (Egelantiersstraat 20-50). Dit in 1626 door de doopsgezinde lakenhandelaar Claes Claesz Anslo gestichte hofje is later verschillende malen verbouwd. De poort en het voorgebouw zijn bij een restauratie van het complex in 1968-'69 gereconstrueerd. Toen heeft men ook de aangrenzende bebouwing op het binnenterrein (onder andere het Zwaardvegershofje) opgeknapt en in historische trant vernieuwd (voltooid 1973).

Naast elkaar - en sinds een restauratie rond 1997 zonder afscheiding liggen de 17de-eeuwse tweelaagse woningen van het Bosschehofje (Palmgracht 20-26), gesticht in 1645 door Arend Dirksz Bosch, en het Raepenhofje (Palmgracht 28-38), gesticht in 1648 door stadsthesaurier Pieter Adriaensz Raep. De dwarse straatvleugel met regentenkamer van het laatstgenoemde hofje is voorzien van een rondboogpoortje met de afbeelding van een raap op de sluitsteen en daarboven een rond bovenlicht met de initialen van de stichter. Rond 1645 stichtte Cornelis Maartensz Pronck het zogeheten Zevenkeurvorstenhofje (Tuinstraat 199-223), dat echter in 1724 en 1775 in fasen werd herbouwd en in 1862 een vroeg-neogotische kapel kreeg. De gesloten straatgevel van het hofje bevat een omlijste ingang met gedenksteen (1775). Het in 1650 door Jacob Stoffels gestichte Hofje Venetiae (Elandstraat 102-142) heeft achter een 19de-eeuwse vleugel nog twee rijtjes midden-17de-eeuwse eenlaagse woningen. Aan het binnenterrein staan verder twee latere tweelaagse vleugels (circa 1800 en 1904).

In 1667 gesticht bij testament van Pieter Jansz Suyker is het Suikerhofje (Lindengracht 149-163). Een gerestaureerd poortje leidt tussen twee huizen naar het binnenhof met pomp en twee haaks geplaatste blokjes tweelaagse woningen (1678).

Tot de grotere hofjes behoort het in 1650 door de stad gestichte classicistische Huyszitten Weduwehofje (Karthuizersstraat 61-191), ontworpen door stadsbouwmeester Daniël Stalpaert op het terrein van het voorm. karthuizerklooster met tweelaagse woningen om een grote rechthoekige binnenplaats. Daar staan ook twee vierkante pomphuisjes met ingezwenkte bekroning. Het timpaan van het ingangsrisaliet toont een cartouche met de namen van de toenmalige regenten. Fors van omvang is ook het Deutzenhofje (Prinsengracht 855-899; gerestaureerd circa 1965), gebouwd in 1694-'95 uit de nalatenschap van Agneta Deutz door timmerman Pieter Adolfsz de Zeeuw. Bij de regentenkamer op de verdieping van het entreegebouw is een classicistische festoendecoratie met de wapens van Agneta Deutz en haar twee opeenvolgende echtgenoten zichtbaar. De grote binnenplaats met pomp wordt omsloten door tweelaagse woningen met smalle vensters. Tegenover de toegang staat een portiek met wijzerplaat en kleine lantaarn.

Deels tijdens het leven van Anthoni Grill en deels na zijn overlijden († 1727) kwam Grill's hofje (Eerste Weteringdwarsstraat 11-35; 1721-'31) tot stand. Aan de straat staan negen met klokgevels uitgevoerde panden, die twee aan twee zijn ingericht als etagewoningen (ingangen begin 19de eeuw). Het middelste pand geeft toegang tot een smalle achterplaats met een klokkenkast in Lodewijk XVI-vormen. Aan deze plaats staat een blok eenvoudige, wit gepleisterde tweelaagse woningen. In 1732-'34 verrees naar plannen van Daniël Marot het door handelaar Christoffel van Brants gestichte Van Brants-Rushofje (Nieuwe Keizersgracht 28-44; gerenoveerd 1970). Het brede drielaagse hoofdgebouw in Lodewijk XIV-stijl heeft een pronkrisaliet met alliantiewapen en een gebeeldhouwd opzetstuk met liefdadigheidsvoorstelling.

Het Swigtershofje (Amstel 86-98) ontstond in 1746 uit de nalatenschap van prent- en boekverkoper Isaac Swigters en ligt verscholen achter een door Pieter Pantel gebeeldhouwd poortje in Lodewijk XV-vormen met liefdadigheidsvoorstelling (1756). Het huis van Swigters richtte men in 1751 in als kapel (gerestaureerd 1959). In 1755 stichtten suikerraffinadeur Gerrit ten Sande en zijn vrouw Maria de Groot het Nieuw Suykerhofje (Prinsengracht 385-395; gerenoveerd circa 2000). Een inpandige gang door het grachtenhuis (nr. 385) geeft toegang tot drie aan een T-vormige steeg gelegen drielaagse bouwdelen met tweekamerwoningen. Aan de achterzijde bevindt zich nog een op een tuinhuis lijkende voorm. kapel (circa 1775) met inwendig enkele stucversieringen, waaronder een namaak-orgel. Eveneens toegankelijk via een inpandige gang (Prinsengracht 173) is het Zonshofje (Prinsengracht 159-171), dat in 1764-'65 werd gebouwd ter plaatse van de in 1755 afgebroken 17de-eeuwse Doopsgez. schuilkerk ‘De Kleine Zon’.

Het hofje werd in 1800 en 1882 verder uitgebreid. Boven de ingang van het drielaagse hoofdgebouw prijkt een gebeeldhouwde voorstelling van de ark van Noah, verwijzend naar de naam van de kerk na 1720 (tot 1755). Occo's hofje of 't Gebouw van Barmhartigheid' (Nieuwe Keizersgracht 94) werd in 1758 gesticht door Cornelia Elisabeth Occo en in 1774 gebouwd naar ontwerp van meester-timmerman Jan Luyten. Het in 1991 gerestaureerde carré-vormige gebouw in Lodewijk XVI-stijl heeft een binnenplaats en een kapel (1816). Het timpaan bij de voorgevel toont een adelaar en guirlandes. Aan de binnenzijde staat op het dak een achtzijdige lantaarn (klok 1779).

Afwijkend in vorm is het op een trapeziumvormig hoekperceel gebouwde hofje De Notenboome Uitkijk (Lijnbaansgracht 287), gesticht door Jan van Mekeren en zijn vrouw Johanna Margarethe Okhuysen (gevelsteen). Dit in 1724 als pakhuis gebouwde en later wit gepleisterde drielaagse pand was vanaf 1791 als hofje in gebruik.

In de 19de eeuw kwamen nog enkele nieuwe hofjes tot stand en werden sommige bestaande hofjes gemoderniseerd. Uit een legaat van Arnoud Jan van Brienen ontstond in 1804 naar ontwerp van Abraham van der Hart het Van Brienenhofje (Prinsengracht 89-133; gerestaureerd 1995-'97). Dit hofje bestaat uit vier door middel van muren met poortjes met elkaar verbonden vrijstaande bouwdelen om een binnenhof met pomp. Het met wijzerplaten en een klokkentorentje getooide hoofdgebouw bevat de regentenkamer en een kapel. Het Looiershofje (Nieuwe Looiersstraat 16-42; gerenoveerd circa 1970) werd in 1828 gesticht achter enkele werkmanshuizen uit circa 1665. De ingezwenkte topgevel ter linkerzijde bevat een gevelsteen met de tekst ‘In de Niwe Loeyerey’.

Een rondboogdoorgang leidt naar de 19de-eeuwse woningen (nrs. 20-38) om het binnenterrein met houten pomphuis. De kerkruimte boven het poortje bevat een portret van stichteres jkvr. A.M.E. Elias. Uit 1842 dateert het op een terrein van Isaac Hodshon en Isabella Dedel gebouwde Hodshon-Dedelhofje (Eerste Weteringdwarsstraat 83-105; gerestaureerd 1978). Dit U-vormige neoclassicistische gebouw heeft aan de straatzijde een binnenplaats met pomp en een afsluitende muur met gebeeldhouwd ingangspoortje met alliantiewapen.

Het Hilmanhofje (Nieuwe Looiersstraat 146-152) werd in 1875 gesticht door Johannes Hilman ter nagedachtenis aan zijn overleden zoontje Willem Hendrik Hilman. Achter het brede voorgebouw met rondboogpoort en cartouche staan eenkamerwoningen om een binnenplaats.

Bankier Joannes Baptista van Aerde stichtte in 1806 in enkele bestaande panden het Regenboogliefdehofje. Het huidige complex (Tuinstraat 100-102) is de in 1884 ontstane uitbreiding, bestaande uit twee woningblokjes met trapgevels, aan de straatzijde verbonden door een muur met poort (naam in boogveld). Het Rozenhofje (Rozengracht 147-181; gerenoveerd 1990) werd in 1744 gesticht bij testament van houthandelaar Jan de Jager. Aan de binnenplaats staan woningen uit 1744 en 1790. Het aanzicht van dit hofje wordt echter gedomineerd door de in 1882-'84 naar plannen van G.B. en A. Salm in neorenaissance-vormen opgetrokken brede drielaagse straatvleugel met boven de ingang een regentenkamer met erker.

Het Lindenhofje (Lindengracht 94-112; gerenoveerd 2004) werd in 1614 gesticht door Waterlandse doopsgezinden en in 1801 overgenomen door het R.K. Armenkantoor (gevelsteen). Aan de straat staat een in 1885 opgetrokken brede neorenaissance-vleugel, de achterliggende woningen dateren uit 1939. Aan drie zijden omgeven door water is het in de kern uit de 17de eeuw daterende Vredenhofje (Vredenburgersteeg 1) met als meest herkenbare gedeelte een in 1890 naar ontwerp van A.C. Bleijs in neogotische en neorenaissance-vormen opgetrokken bouwdeel met trapgevel en opvallende schoorsteenpartij. Moderniseringen van hofjes vonden ook nog begin 20ste eeuw plaats, zoals het via een inpandige gang toegankelijke Claas Reijniersz hofje of ‘Liefde is het Fondament’ (Keizersgracht 332-346), gesticht in 1618 en geheel vernieuwd in 1912 (J.N.

Hendrix), en het Rijpenhofje (Rozengracht 116-138), gesticht in 1747 door Gerard van de Rijp en vernieuwd in 1912-'13 (A. Salm).

< >