Kasteel Strijthagen (Rouenhof 17-23). Ter hoogte van de kasteelhoeve stond mogelijk een 13de-eeuwse voorganger van het tegenwoordige huis.
De oorspronkelijk rond 1530 opgetrokken hoofdvleugel van het complex kreeg rond 1700 het huidige aanzicht. Deze tweelaags vleugel met souterrain en gebroken schilddak heeft bakstenen gevels, ten dele met mergelstenen speklagen, en hardstenen vensteromlijstingen. Aan de tuinzijde bevindt zich een groot stoepterras en aan de binnenplaatszijde een dubbele bordestrap met smeedijzeren leuning in Lodewijk XV-stijl. Haaks aansluitend staat een iets lagere, gesausde 18de-eeuwse voorvleugel met gebroken schilddak, vensters met decoratieve omlijsting en een middenpartij met pilasters en gebogen fronton. Inwendig bevat het huis onder andere marmeren schoorsteenmantels en een eiken trap met smeedijzeren leuning in Lodewijk XVI-stijl.
De kasteelhoeve (Rouenhof 17) is een U-vormige bakstenen hoeve uit 1691, voorzien van een hoger, 18de-eeuws poortpaviljoen met frontons en gebroken tentdak. Het voorm. koetshuis (Rouenhof 23) werd in 1915 gebouwd in opdracht van C. Honigmann, medeoprichter van de particuliere Maatschappij tot Exploitatie van Limburgse Steenkoolmijnen Oranje-Nassau, en werd gerealiseerd door het bouwbureau van die onderneming. De tuin direct rond het hoofdgebouw krijgt thans een moderne aanleg naar ontwerp van tuinarchitect N. Roozen met tuingebouwen ontworpen door F. Rooyen.
Park en aanpalend landschap zijn recent herschapen in een themapark: Mondo Verde. De landschappelijke aanleg van na 1850 blijft gehandhaafd, inclusief de oude molenvijver. De daaraan gelegen Strijthagerwatermolen (Strijthagermolenweg 1) werd rond 1617 gebouwd als korenmolen en rond 1700 hersteld. Eind 19de eeuw kreeg de molen een ijzeren bovenslagrad. Rond 1950 moest de molen worden stilgelegd, mede als gevolg van verzakkingen veroorzaakt door de mijnbouw. Bij de grootscheepse restauratie in 1989 heeft de molen een middenslagrad gekregen.