Kasteel Hoensbroek (Klinkertstraat 118) is een omgracht complex van vier vleugels om een rechthoekige binnenplaats.
De ingangsvleugel heeft twee vierkante hoektorens met knobbelspitsen, de smalle achtervleugel heeft een vierkante hoektoren en een ronde hoektoren met een hoge, peervormig beëindigde spits. Van het oorspronkelijke 13de-eeuwse kasteel bevindt zich nog zwaar muurwerk met schietsleuven in de kelders aan de noord- en oostzijde. De ronde bakstenen hoektoren op een mergelstenen fundering en de aangrenzende funderingen onder de vleugel rechts van de binnenplaats stammen van de herbouw van het kasteel rond 1375 in opdracht van Herman Hoen en zijn echtgenote Caecilia de Borne. In de ronde toren bevindt zich een in de muur uitgespaarde wenteltrap. De fundering van de rechter fronttoren dateert uit de 16de eeuw.
Tussen 1640 en 1660 werd het kasteel grotendeels herbouwd voor Adriaan van Hoensbroek naar plannen van Matthieu Dousin. Toen kwamen de huidige linkervleugel met de vierkante hoektoren, de achtervleugel met kapel en de linker fronttoren tot stand, alle voorzien van smalle kloostervensters. Het gebeeldhouwde fronton boven de classicistische toegangspoort draagt het jaartal 1643 en het wapen van de bouwheer en zijn vrouw Anna Elisabeth van Loë tot Wissen. De achtervleugel heeft aan de binnenplaats een galerij met geblokte segmentbogen op hardstenen toscaanse zuilen die toegang geeft tot de aan de achterzijde uitgebouwde kapel. Een volgende ingrijpende verbouwing vond plaats rond 1740 in opdracht van Frans Arnold van Hoensbroek en zijn vrouw Anna Catharina Sophia von Schönborn. Deels op een 16de-eeuwse fundering werden de van hardstenen vensters voorziene partijen rechts van de ingang opgetrokken. Uit deze tijd dateert verder in de oostvleugel de kelder met kruisribgewelven op twee hardstenen toscaanse zuilen.
Na 1820 raakte het complex door leegstand in verval. Het kasteel werd gerestaureerd tussen 1928 en 1943. Mijnschade maakte nadien opnieuw restauratie en herstel noodzakelijk. De laatste restauratie is in 1989 voltooid. Het interieur bevat in de eetzaal een schouw uit 1650, met in stuc het alliantiewapen van Adriaan van Hoensbroek en zijn vrouw. Verder zijn er enkele 18de-eeuwse schouwen en twee 18de-eeuwse plafondschilderingen met voorstellingen van de godinnen Venus en Diana.
De U-vormige gebouwen van de voorhof en de haaks daarop gelegen nederhof zijn rond 1660 voltooid en waren oorspronkelijk via een lage tussenvleugel met bogen over een smalle gracht met elkaar verbonden. Deze smalle gracht is weer gedeeltelijk uitgegraven en voorzien van een moderne brug. Van de op het hoofdgebouw georiënteerde voorhof zijn de in 1925 door brand verwoeste poorttoren en aangrenzende vleugel gereconstrueerd bij de grote kasteelrestauratie tussen 1928 en 1943. De van een dubbele rij schietgaten voorziene nederhof is toegankelijk via een gemetselde boogbrug met kleine houten valbrug. Boven de zandstenen poortomlijsting van het poortpaviljoen bevindt zich een alliantiewapen uit 1640 van Adriaan van Hoensbroek en zijn vrouw. Aan de rechterzijde via een muur met de hoeve verbonden staat op de buitenhoek van een L-vormige landtong een 17de-eeuwse vierkante wachttoren, ook pesthuisje genoemd. Dit gebouw heeft een ingesnoerd naaldspitsdak en een halfrond uitgebouwde traptoren.