De Herv. kerk (Hoofdstraat 7) is een eenbeukige kerk met halfronde sluiting en een vrijstaande toren. De grotendeels 13de-eeuwse kerk is vermoedelijk in de eerste helft van de 16de eeuw met een travee naar het westen uitgebreid.
De schipmuren zijn met lisenen geleed en hebben spitsboogvensters. Onder de dakvoet zitten een lijst van siermetselwerk en een rondboogfries.
In de koorsluiting bevinden zich enkele spaarvelden met rondbogen. De kerk is in 1931-'32 gerestaureerd naar plannen van A.R.
Wittop Koning.Het interieur is deels met meloenvormige koepelgewelven met vier ronde ribben en deels met kruisribgewelven overdekt. Tot de inventaris behoren twee herenbanken met opzetstukken voorzien van de wapens van de families Clant, Lewe, Coenders en Ompteda (1679), een preekstoel (derde kwart 18de eeuw) en een doophek (1793). Het orgel is in 1731 door A.A. Hinsz gebouwd. Het snijwerk aan de kast en de balustrade met bekroning wordt toegeschreven aan Casper Struiwig. De kerkvloer bevat diverse 17de- en 18de-eeuwse grafzerken.
De vrijstaande toren (Hoofdstraat 5) ten zuidwesten van de kerk stamt uit de 15de eeuw. De sobere, ongelede toren heeft een zadeldak tussen topgevels met spaarvelden. Een topgevel en een kleine dakkapel zijn voorzien van wijzerplaten. Op de nok staat een deels opengewerkte, ranke dakruiter. In de toren hangen twee klokken, de ene uit 1354 en de andere uit 1463.