Het stadhuis (Merk 1) is een drielaags diep pand met een toegangstrap met bordes. De kern van het raadhuis is 15de-eeuws.
Het huidige uiterlijk ontstond bij een verbouwing en ommetseling in 1725-'27 naar ontwerp van Simon Galtema. Het zandstenen beeldhouwwerk in Lodewijk XIV-vormen in de pronkrisaliet en boven de vensters is van Willem Leliënberg.
De ingangspartij vertoont elementen in Lodewijk XVI-stijl en dateert uit circa 1780. Bij de restauratie van het gebouw in 1953 kreeg het bordes de huidige vorm.
Het naastgelegen, lagere diepe pand met maniëristische trapgevel, het zogeheten ‘Friese Huisje’, werd in 1620 aan het raadhuis toegevoegd. Beide gebouwen bevatten deels van elders afkomstige 18de-eeuwse interieuronderdelen, zoals lambrisering en deuren (1725), vermoedelijk gesneden door Gerbrand van der Haven, drie schouwen in Lodewijk XV-stijl (circa 1765) en een laat-18de-eeuwse beschilderde wandbespanning met landschapstaferelen.
In de raadzaal bevinden zich een beschilderd goudleerbehang (1773) en een rijk bewerkt stucplafond met allegorische voorstellingen (1773), uitgevoerd door Jan Baptist Singer. Voor het stadhuis staat de gietijzeren dorpspomp (circa 1875).