Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 08-10-2020

gallemieze

betekenis & definitie

(< Jidd. < Hebr. gallamisj, puin, gruis), alleen in verb.: in de gallemieze liggen, blut zijn, geen geld hebben: Stel je voor ik word daar ziek voor een week. Liggen we meteen al in de gallemiese, ROLLMAN1 146; naar de gallemieze gaan, kapotgaan, te gronde gaan: Mijn zaak is te klein voor een aparte rookruimte, dus ik heb gevraagd of ik buiten niet een paal met een asbak mag neerzetten.

Mocht niet. Maar wedden dat ze straks, als iedereen z’n peuk op de weg gooit, boetes uitdelen? ... Waarom doen ze toch zo moeilijk? ... Op deze manier gaat de stad naar de gallemiezen, PETER BEENSE in Het Parool 2008; naar de gallemieze zijn, kapot zijn: Pl. Amst.; naar de gallemieze maken, kapotmaken; bederven, verpesten: Parooll.

< >