kleurloos gas met kenmerkende geur (‘rotte-eierenlucht’). De stof veroorzaakt bij lage concentraties in lucht (20-150 ppm) prikkeling van de ogen, bij hogere concentraties irritatie van de luchtwegen, longoedeem, effecten op het centrale zenuwstelsel, duizeligheid, diarree.
Bij zeer hoge concentraties (800-1000 ppm) kan verlamming van het ademhalingscentrum optreden en de dood intreden. De prikkelende werking wordt verklaard uit reacties van zwavelwaterstof met natrium in de weefsels. Herhaalde blootstelling aan lage concentraties heeft een toxisch effect.Zwavelwaterstof komt in de natuur voor, o.m. in natuurlijk gas en ruwe olie. Het wordt gevormd bij de afbraak van organische zwavelhoudende stoffen, en kan voorkomen in industrieel afvalwater. Een risico voor blootstelling is o.a. aanwezig in zwavelmijnen, bij de raffinering van petroleum met een hoog zwavelgehalte. Industriële blootstelling is meestal het gevolg van een ongeluk. Als maximaal toegestane concentratie (MAC-waarde) wordt in Nederland en België 10 ppm (15 mg/m3) aanbevolen.