(Zoniënbos), woud in het centrum van de Belg. provincie Brabant, zuidoostelijk van de Brusselse agglomeratie, op het grondgebied van de gemeenten Oudergem, Hoeilaart, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Woluwe, Terhulpen en Tervuren. Van de oppervlakte, die in 1830 nog ruim 9000 ha bedroeg, is slechts ca. 4300 ha overgebleven.
Het woud dankt zijn overleving in wezen aan het feit, dat het vanaf de middeleeuwen jachtgebied was van de hertogen van Brabant. In 1842 werd het staatsdomein. Ondanks de klassering tot natuurmonument wordt het bos nog steeds bedreigd door kappingen, ontginningen, stadsuitbreidingen en wegenaanleg. Dit geldt vooral voor het langs drie zijden door woningbouw ingesloten, tot park omgevormde deel Ter Kamerenbos.
Het Zoniënwoud bestaat hoofdzakelijk uit hoogstammig beukenbos, in het zuidoosten sterker gemengd met andere loofbomen en met dennen. Het bedekt een door talrijke beken diep ingesneden reliëf en omvat een aantal karakteristieke bosvijvers. Het geheel heeft behalve een belangrijke recreatieve waarde voor de bewoners van Brussel, ook een grote ecologische en natuurwetenschappelijke waarde.