Gepubliceerd op 01-12-2020

wintersport

betekenis & definitie

Vooral de skisport maakt een snelle ontwikkeling door en vormt daardoor een bedreiging voor het milieu. De massale toeloop van wintersporters vormt een zware belasting voor het natuurlijk milieu, m.n. van de berghellingen in de Alpen.

De bodem op skihellingen blijkt sterk aan erosie onderhevig te zijn. Honderden hectaren bos worden geveld en hinderlijke rotspartijen met dynamiet opgeblazen om de pistes aan te leggen of voor het skiën veiliger te maken, hoewel het lawinegevaar op sommige plaatsen daardoor toeneemt.De grote pistemachines pletten de sneeuwlaag, waardoor in het voorjaar het smeltproces wordt vertraagd. Ook houdt men de sneeuwlaag wel kunstmatig in conditie met sneeuwcement en sneeuwverstevigers, chemische middelen die het ecologisch evenwicht op de helling verstoren. Het skiseizoen wordt daardoor verlengd, waardoor de toch al korte groeiperiode van de flora verder wordt verkort. De flora heeft toch al te lijden van de zware machines en bij weinig sneeuw van de scherpe kanten van de ski’s.

Vooral in de zomer valt de horizonvervuiling op: vele tientallen werkloze liften hangen kriskras door de dalen en grote appartementsgebouwen verrijzen in van oorsprong agrarische dorpjes.

Het skitoerisme vormt echter een belangrijke bron van inkomsten voor de betrokken landen (naar schatting levert de skisport Zwitserland jaarlijks f 5 mrd./ca. BF 95 mrd. op) en ieder dorp of dal wil een graantje meepikken.

De laatste jaren wordt er steeds meer geskied in de Hoge Ardennen. Daarbij dringen skiërs vaak door in gebieden die vroeger ’s winters vrijwel ontoegankelijk waren en verstoren het wild dat daar rust.

< >