organische stoffen die, gebonden aan eiwitten, onmisbaar zijn voor de stofwisseling. Bijna alle vitaminen moeten door voedingsmiddelen worden geleverd.
Enkele worden in het lichaam gemaakt (vitaminen D en K). Voor de mens is vastgesteld dat ca. 15 vitaminen onmisbaar zijn. Deze worden zowel met een chemische naam als met een letter van het alfabet aangeduid. Voorbeelden zijn thiamine (vitamine B1) en ascorbinezuur (vitamine C). Vitaminen zijn in twee groepen ingedeeld, in water oplosbare en in vet oplosbare. Tot de eerste behoren de vitaminen van de B-groep en vitamine C, tot de in vet oplosbare vitaminen behoren de vitaminen A, D, E en K.
In Nederland hoeven geen gebreksziekten als gevolg van een tekort aan vitaminen voor te komen. Thiamine en pyridoxine (vitamine B6) zijn matig in de westerse voeding vertegenwoordigd. Door de toevoeging van de vitaminen A en D aan margarine is geen tekort aan deze vitaminen te verwachten.