virus dat in weefsel gezwellen veroorzaakt door toename van celdelingen. Bij verschillende soorten huisdieren zijn virussen gevonden, die diverse vormen van kanker kunnen doen ontstaan.
Dit gebeurt vaak in samenspel met milieufactoren. Bij het rund komt b.v.een papilloomvirus voor, dat goedaardige wratten in de spijsverteringskanalen veroorzaakt.
In gebieden waar koeien noodgedwongen adelaarsvaren eten, ontaarden deze gezwellen onder invloed van een stof uit deze planten in kwaadaardige tumoren. Het gezwel dringt dan de omgevende weefsels binnen en verwoest deze. Vroeg of laat zaait het uit: er laten cellen van het gezwel los, die via bloed- of lymfvaten ergens anders terechtkomen en daar nieuwe gezwellen gaan vormen (metastaseren). Tumorvirussen, waarvan het erfelijk materiaal uit RNA bestaat (de zgn. retrovirussen), kunnen soms als gewone erfelijke factoren door de geslachtscellen worden overgebracht. In dat geval blijken zij bij muizen een belangrijke rol te spelen bij het verkrijgen van kanker door radioactieve straling of stoffen zoals benzopyreen.