(sandr, sander, sandur), door smeltwater afgezet grind- en zandhoudend sediment. De in Nederland voorkomende, uit de Saale-ijstijd daterende spoelzandvlaktes aan de buitenzijde van de Gelderse en Utrechtse stuwwallen zijn ontstaan doordat van het landijs afkomstig smeltwater het materiaal via laagten in en openingen tussen de stuwwallen verplaatste naar het niet door het landijs bedekte gebied.
Het door het smeltwater gevormde rivierenstelsel vormde in dit vlakke gebied een brede waaier en vertoonde veelal een vlechtend patroon ten gevolge van de aanwezigheid van veel puin en een sterk wisselende afvoer in zomer en winter. De in dit gebied afgezette grove doorlatende zanden zijn zo ongunstig voor landbouwgewassen, dat ontginners er in het verleden niet of nauwelijks raad mee hebben geweten. Belangrijke delen lagen lange tijd onder bos.