fabriek waarin de splijtstof die nog in de gebruikte splijtstofelementen van een kerncentrale aanwezig is, wordt verwijderd om opnieuw gebruikt te worden als splijtstof. De gebruikte splijtstofstaven worden eerst enkele maanden bewaard in een waterbassin bij de kerncentrale.
Dit heeft tot doel de grootste hoeveelheid radioactiviteit te laten verdwijnen. De uit een kerncentrale afkomstige gebruikte splijtstofelementen bevatten behalve het uraan vele andere stoffen die gevormd zijn, zoals plutonium, americium, curium en neptunium, en de splijtingsprodukten en de daaruit voortgekomen vervalprodukten zoals krypton, strontium, jood en cesium. In de opwerkingsfabriek worden de elementen van hun omhulsel ontdaan en vervolgens opgelost in sterk salpeterzuur. De vrijkomende stikstofoxiden worden uitgewassen en het vrijkomende jood-131 in koelfilters gebonden. Krypton en tritium worden naar de atmosfeer geloosd.De oplossing wordt eerst gereinigd door haar door filters te leiden en vervolgens wordt tri-butylfosfaat toegevoegd. Het plutonium en uraan worden daardoor afgescheiden. Opwerkingsfabrieken worden sterk beveiligd omdat het plutonium geschikt gemaakt kan worden voor atoomwapens.
De splijtstofelementen uit de centrale te Dodewaard gaan naar de opwerkingsfabriek van de British Nuclear Fuels Ltd. te Windscale (Groot-Brittannië) en die van de centrale te Borssele gaan, net als die van alle Belgische kerncentrales, naar de fabriek van de Compagnie Générale des Matières te La Hague, Manches (Frankrijk). In België overweegt de regering de gesloten opwerkingsfabriek Eurochemie (Mol) weer in gebruik te nemen.