(afk. van liquefied natural gas), vloeibaar aardgas, LNG is aardgas dat door afkoeling tot een temperatuur van -160 °C vloeibaar gemaakt is. Het volume wordt daardoor met een factor 600 verkleind, wat een groot voordeel is bij opslag en transport per schip.
De opslag en het transport moeten in goed geïsoleerde tanks plaatsvinden. Door temperatuurverhoging gaat de vloeistof weer over in gas en is dan geschikt voor distributie via het bestaande buisleidingnet. Een LNG-project is uiterst kostbaar, zodat leveranciers en afnemers zich voor lange tijd moeten binden. In Nederland staat een opslagtank voor LNG op de Maasvlakte. Deze tank wordt gevuld met Ned. aardgas. De voorraad dient als buffer voor koudeperioden, wanneer de vraag naar aardgas in het westen zo groot is, dat de bestaande buisleidingen uit Groningen niet voldoende kunnen leveren.
In België is in Zeebrugge een LNG-terminal in aanbouw op een kunstmatig schiereiland van 30 ha. Er zijn drie opslagtanks gepland met elk een inhoud van 87 000 m3.Een belangrijk aspect van LNG is de onveiligheid. Als een opslagtank of gastanker een lek heeft, kunnen grote hoeveelheden vloeibaar aardgas vrijkomen en dan snel tot een grote gaswolk verdampen. Deze gaswolk zal zich langs het aardoppervlak verbreiden, doordat het gas vanwege zijn lage temperatuur zwaarder is dan lucht. Wanneer de gaswolk door een vonk of vlam ontstoken zou worden, resulteert dit in een enorme brand, soms gecombineerd met ontploffingen.