[/i]geslacht van Gram-negatieve, zeer beweeglijke staafjesbacteriën, die soms uiteenlopende vormen kunnen aannemen. Men onderscheidt de volgende soorten: Proteus inconstans, voorkomend bij urineweginfecties en diarree (verwekker van gastro-enteritis); Proteus mirabüis, saprofytisch levend op rottend materiaal, soms pathogeen; Proteus morganii (Bacillus morgan), soms gevonden bij gastro-enteritis (‘zomerdiarree’), in 1906 beschreven door de Engelse arts Harry de Riemer Morgan (1863-1931); Proteus rettgeri, soms gevonden bij gastro-enteritis van kippen, een enkele keer verwekker van ‘nosocomiale’ infecties via besmette catheters, beschreven door de Amerikaanse bacterioloog Leo Frederick Rettger (geb. 1874) en Proteus vulgaris, saprofytisch in rottend materiaal, maar ook als ziekteverwekker bij cystitis, otitis media en abcessen.
De micro-organismen zijn genoemd naar de oude alwetende zeegod Proteus. Deze zeegod, die in het bezit was van de gave der voorspelling, kon zich in allerlei gedaanten veranderen. Tegen het middaguur verliet Proteus, die in de zee zijn kudde zeerobben weidde, de woelige baren en ging rusten in de schaduw van de rotsen. Om lastige vragen van nieuwsgierige mensen te ontlopen moest hij steeds een andere gedaante aannemen. De ene keer verscheen hij als een wild zwijn, dan weer in de gedaante van een tijger, een slang of een verzengend vuur. Pas als de pressie zo groot werd en de angstaanjagende vermommingen faalden, nam hij zijn oorspronkelijke gedaante weer aan, vertelde hij de mensen alles over hun toekomst en dook hij daarna weer in zee (Rodin).
Gepubliceerd op 17-06-2020
Proteus
betekenis & definitie