pillen met ijzerjodide, genoemd naar de Amsterdamse arts Steven Blankaart (1650-1704).
Blankaart (Blankaert of Blancardus) was de zoon van de Franeker hoogleraar in de geschiedenis Nicolaas Blankaart (1624-1703). Nadat hij een tijdje als apothckersleerling in Amsterdam werkzaam geweest was, ging hij geneeskunde studeren aan de Friese hogeschool in Franeker. In 1674 promoveerde hij more majorum in de geneeskunde en de filosofie en vestigde hij zich in Amsterdam, waar hij al spoedig een bloeiende praktijk had.
Als zovelen in die dagen hield ook Blankaart zich bezig met de in 1628 door de Engelse arts William Harvey (1578-1657) ontdekte bloedsomloop. In zijn boekje De Motu Cordis beschreef Harvey de beweging van hart en bloed. In zijn theorie zat nog steeds een zwakke plek. Harvey had namelijk de overgang van het bloed uit de fijnste arteriën en de kleinste venen zelf nooit gezien; hij postuleerde dit. Het was de Italiaan Marcello Malpighi (1628-’94) die in 1661 de haarvaten beschreef en daarmee het sluitstuk van de theorie van de bloedsomloop zou leveren. In 1688 zou onze landgenoot Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723) met behulp van zijn zelfgemaakte microscopen de capillairen nog nauwkeuriger dan Malpighi beschrijven.
In 1676 verscheen Blankaarts Tractatus novus de circulatione sanguinis perfibras, nee non de valvulis iniis repertis, waarin hij veronderstelde dat ‘het bloud uit de slagaderen door de vleizige spiervezelen, ofte des ingewandes blaasjes en pypjes, onbemiddelt tot de mondekens der aderen gevourt werd, [wijl] deze vezelen zonder eenige tuszenkomst in de mondjes der aderen eindigen en ingeplant werden’ (Baumann). De haarvaten had hij echter niet gezien. In dat jaar verscheen tevens zijn Nieuwe Hervormde Anatomie.
Ondanks zijn drukke medische besognes was Blankaart een vruchtbaar schrijver (een uitvoerige biografie geeft Lindeboom (1984)). Van hem verscheen onder meer in 1679 het Grieks-Latijnse medische woordenboek Lexicon medicum graecolatinum, waarvan in de loop der jaren veertien drukken verschenen. De volledige titel van dit indrukwekkende lexicon luidt: Lexicon Medicum graeco-latinum in quo totius artis Medicae termini Anatome, Chirurgia, Pharmacia, Chymia, Re Botanica, etc. Usitati dilucide et breviter exponuntur, juxta Neotericorum tum Practicorum turn Mechanicorum placita, et vere demonstrata Principiis.
Van 1680 tot 1688 werd zijn Colletanea medieophysica, oft Hollands Jaarregister der Genees- en Natuurkundige aanmerkingen van gantsch Europa uitgegeven. Dit geneeskundige jaarboek beschouwt men wel als de eerste Nederlandse geneeskundige periodiek. Voor leken verscheen in 1683 een handleiding op medisch-hygiënisch gebied: De Borgerlyke tafel om lang zonder ziekten en gezond te leven, het jaar daarop gevolgd door Verhandelingen van de opvoeding en ziekten der kinderen.
Als ‘één van de mindere góden van de chemiatrische school’ verscheen van hem in 1678 het leerboek scheikunde De Nieuwe Hedendaagse stofscheiding ofte chymia, een werk dat gebaseerd was op Descartes’ natuurbeschouwing en de leer van zuur en alkali (Lindeboom, 1972).
Gepubliceerd op 17-06-2020
Blankaart-pillen
betekenis & definitie