bacillen van Döderlein, genoemd naar de Duitse gynaecoloog Albert Döderlein (1860-1941); staafvormige bacteriën, normaal aanwezig in de schede; door de aanwezigheid van deze schedeflora (vgl. darmflora) ontstaat door gisting steeds enig melkzuur (uit glucose) en de zuurgraad daarvan zuivert de schede van andere bacteriën (zoals cocceri), zodat geen infectie kan binnendringen. Te veel irrigeren zou deze werking teniet doen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
