Irrigeren
(irrigeerde, heeft geïrrigeerd), (<Fr.Lat.), (bouw- of weiland) bevloeien, behoorlijk van water voorzien.
Van Dale Uitgevers (1950)
(irrigeerde, heeft geïrrigeerd), (<Fr.Lat.), (bouw- of weiland) bevloeien, behoorlijk van water voorzien.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip irrigeren heeft 2 verschillende betekenissen: 1) bevloeien. van voldoende water voorzien door middel van kanalen, sloten of greppels die in het terrein worden aangelegd; bevloeien. 2) uitspoelen. een wond, de darmen, een lichaamsholte e.d. met medische hulpmiddelen uitspoelen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
irrigeren - Werkwoord 1. (ov), (landbouw) op grote schaal water naar landbouwgrond transporteren om de gewassen mee te bevloeien ♢ Door te irrigeren kan in grote delen van de wereld voedsel verbouwd worden. 2. (medisch) (een wond, lichaamsholte) (met een irrigator) uitspoelen Woordherkom...
Muiswerk Educatief (2017)
irrigeren - regelmatig werkwoord uitspraak: ir-ri-ge-ren 1. kunstmatig van water voorzien ♢ als de boeren hier goed irrigeren, kan er van alles groeien op het land Regelmatig werkwoord: ir-ri-ge-ren ik irrigeer...
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
1. het uitwassen met een stroom water of ander spoelmiddel; 2.in het bijzonder het spoelen van de schede. vgl. vrouwenspuit.
Jacon Kramers Jz (1948)
bewateren, bevloeien door kleine waterstroompjes; met de irrigator bevochtigen of uitspuiten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: