Gepubliceerd op 12-09-2021

Tusschenpersonen

betekenis & definitie

Makelaar.

Een makelaar is iemand, die als zoodanig beëedigd door de Arrondissements-Rechtbank, zijn beroep er van maakt, tegen genot van zeker loon of provisie, overeenkomsten te sluiten op order en op naam van personen, tot wie hij niet in vaste betrekking staat. Dit laatst onderscheidt den makelaar van den agent, die in vaste betrekking staat tot zijn principaal.

Courtage.

Het loon van den makelaar heet courtage. Zij wordt berekend over het volle bedrag, waartegen bij koop of verkoop is afgesloten, echter zonder aftrek voor contant.

Gedurende de onderhandeling behoeft de makelaar den

naam van zijn lastgever (meester) niet te noemen, zoodat de tegenpartij niet weet, aan wien zij verkoopt of van wien zij koopt. Noemt de makelaar den naam van zijn meester niet binnen een redelijken tijd na het sluiten der overeenkomst, dan wordt hij geacht de overeenkomst voor zich zelf te hebben gesloten.

Koopbriefje.

De makelaar heeft van iedere door hem gesloten overeenkomst aanteekening te houden en daarvan aan beide partijen terstond een gewaarmerkt afschrift te zenden, het z.g. koopbrief je. De rechter kan aan den makelaar de overlegging van de aanteekeningen bevelen, ten einde ze met het koopbriefje te vergelijken.

Verkoop op monsters.

Heeft de makelaar op monster verkocht, dan moet hij dat monster tot na de levering bewaren; het monster kan door den rechter opgeëischt worden.

De makelaar is zuiver bemiddelaar en bindt zich zelf niet. Sluit een makelaar een koopovereenkomst, verkoopt hij b.v. een partij goederen in opdracht van A aan B, dan zijn A en B daardoor gebonden aan prijs en condities.

Er zijn makelaars in vaste goederen, b.v. huizen en in roerende goederen, b.v. in specerijen.

De makelaar is in de eerste plaats te beschouwen als iemand, die deskundige is in zijn vak. Hij wordt geacht op de hoogte te zijn van vraag en aanbod, de prijzen in verband met de kwaliteit, en de handelsusanties. Als deskundige treedt hij op bij waarde- en prijstaxaties, schadebepaling, sorteering en allerlei geschillen.

Makelaar in assurantiën.

Een geheel bijzondere positie neemt de makelaar in assurantiën in bij de verzekering op de beurs. Hij staat geheel en al aan de zijde van den verzekerde.

Hij ontvangt zijn courtage van den verzekeraar, is aansprakelijk voor de betaling der premie, geeft aan den verzekerde het sluibriefje, waarop de bijzonderheden der verzekering in ’t kort vermeld staan en, als deze opgemaakt wordt, de polis. Deze polis mag hij terughouden, tot hij van den verzekerde de verschuldigde premie ontvangen heeft. Bij schade wendt de verzekerde zich tot den makelaar, die voor de regeling der schade zorg draagt alsmede voor de

uitbetaling der schadepenningen, onder aftrek van zijn provisie, de z.g. afmakingsprovisie.

Agent.

Een agent is een vaste vertegenwoordiger van een handelaar of industrieel, assurantie- of scheepvaart-onderneming. Hij wordt bij contract aangesteld voor een bepaalde stad of streek, (rayon).

Hoofdagent.

Is het rayon groot en werkt hij met subagenten, dan is hij zelf hoofdagent.

De handelsagent verkoopt de goederen van zijn principaal tegen genot van provisie. Hij onderhoudt het persoonlijk contact met de afnemers, let op de concurrentie, de wenschen der afnemers, verandering van smaak en mode en treedt bemiddelend op bij reclames. Wie met een agent in relatie treedt, weet, van welken handelaar of industrieel hij eventueel koopt.

Agentuurcontract.

Vooraf wordt tusschen den agent en den principaal een agentuurcontract opgemaakt. Daarin worden o. a. bepaald : rayon; tijdsduur van de aanstelling; hoe het contract beëindigd of verlengd wordt; of de agent zelfstandig mag verkoopen dan wel de orders slechts heeft door te geven aan den principaal; of hij overprijs mag maken; hoe de provisie geregeld wordt; of hij al dan niet instaat voor de betaling der door hem geplaatste en uitgevoerde orders; of de goederen rechtstreeks aan de koopers zullen gezonden worden dan wel, of de agent zelf uit voorraad levert; welke onkosten vergoed zullen worden; wanneer en hoe zal afgerekend worden.

Het komt vaak voor, dat de agent het risico voor kleine posten op zich neemt; daarvoor ontvangt hij dan de z.g. deler edere-provisie.

Soms wordt in ’t agentuurcontract opgenomen, dat de agent jaarlijks een bepaalde hoeveelheid moet afnemen. Deze bepaling is voor den agent zeer gevaarlijk. Vooral is dit gevaar groot bij artikelen, die sterk onderhevig zijn aan mode of verandering van smaak. Menig agent is door deze bepaling te gronde gegaan.

Scheepvaartmaatschappijen hebben agenten op tal van plaatsen, behalve het begin- en eindpunt der lijn, die alles regelen, wat met het vervoer van personen en/of goederen in verband staat.

Aan de beurs treden agenten van assurantie-maatschappijen op, die een uitgebreide volmacht hebben; zij noemen zich zelf assuradeur.

Agent Nederl. Bank.

Agent der Nederlandsche Bank is degene, die aan ’t hoofd staat van een agentschap (bankkantoor) der Nederlandsche Bank.

Commissionnair.

De commissionnair treedt, in tegenstelling tot den makelaar, vooral op in het internationaal handelsverkeer, dus bij in- en verkoop in een ander land. De makelaar daarentegen treedt uitsluitend als bemiddelaar op in den binnenlandschen handel.

De commissionnair koopt en/of verkoopt voor rekening van zijn lastgever (committent) doch op eigen naam of firma, zoodat hij zich zelf bindt tegenover dengene, van wien hij koopt of aan wien hij verkoopt. Bovendien bestaat er dan nog een tweede rechtsverhouding, nl. die tusschen den commissionnair en zijn committent.

Wanneer een commissionnair goederen van zijn committent verkoopt overeenkomstig de afgesproken voorwaarden en tevergeefs getracht heeft den verkoopsprijs te innen, is hij niet daarvoor aansprakelijk.

Delcredere.

Dit is hij wel, wanneer hij het delcredere overgenomen heeft, waarvoor hij dan een vergoeding bedingt, de z.g. delcredere-provisie.

De commissionnair is voor zijn vorderingen op den committent, voorgeschoten gelden, interest en provisie bevoorrecht op de goederen, die deze hem ten verkoop of tot nadere beschikking heeft toegezonden, alsmede op de goederen, die hij voor zijn committent gekocht en ontvangen heeft, zoolang die zich in zijn macht bevinden. Bij verkoop betaalt hij zich, ten beloope van zijn vorderingen, zelf uit de opbrengst.

Expediteur.

De expediteur in den zin van het W. v. K. is een tusschenpersoon bij ’t transportwezen, nl. iemand, die doet vervoeren over land en te water. Deze opvatting is verouderd, daar thans de expediteur het vervoer geheel of gedeeltelijk zelf bezorgt met eigen materieel, vooral vrachtauto’s.

Bij het vervoer, vooral als dat over groote afstanden plaats heeft, bewijst de expediteur den handel groote diensten.

Vooreerst is hij op de hoogte van de voordeeligste wijze van transport, die niet steeds de kortste is. Hij kent de douaneformaliteiten en de vereischte documenten in de landen van in- en doorvoer, staat in relatie met collega’s in andere landen, die het vervoer overnemen.

Samenlading.

Vele expediteurs organiseeren samenladingen of groupagediensten in bepaalde richtingen door de zendingen te combineeren tot een halve of heele wagenlading, waardoor veel aan vracht bespaard wordt; daardoor zal de verzender bij gebruikmaking van de diensten van een expediteur vaak voordeeliger uit zijn.

Inklaren.

Een voorname taak van den expediteur is het inklaren aan de grensstations of op de bestemmingsplaats. Hieronder verstaat men het in orde brengen der douaneformaliteiten. Sommige groote firma’s, die geregeld goederen naar het buitenland verzenden of daaruit ontvangen, doen dit zelf. Voor andere is het raadzaam het inklaren op te dragen aan een expediteur; dit geldt nog in hoogere mate voor particulieren. Ook de Nederlandsche Spoorwegen belasten zich met de inklaring. Zie: Goederenvervoer Nederlandsche Spoorwegen.

Daar stukgoederen door de N. S. gratis besteld worden, zal men in elk geval moeten nagaan, wat het voordeeligst is, de inklaring en transport op te dragen aan een expediteur of aan de N.S.

Ter illustreering van de beteekenis van den expediteur volgen een paar voorbeelden.

A heeft verleden jaar in Bordeaux een partij wijn gekocht, te leveren in Mei e.k. Hij draagt de inklaring op aan een expediteur te Rosendaal en zendt dien de Fransche factuur. De wijnprijzen zijn intusschen met 25% gestegen en de verificateurs vragen nadere toelichting van de factuur. De expediteur correspondeert hierover met A en raadt hem aan zich tot den Franschen consul te wenden. Deze verklaart, dat hij de partij voor rekening der Fransche regeering overneemt, wanneer de douanen met het factuurbedrag geen genoegen nemen.

Iemand moet een stofzuiger ter reparatie opzenden aan een Duitsche fabriek; bij wederinvoering zou hij invoerrechten moeten betalen. De expediteur adviseert hem op ongezegeld papier vrijdom van invoerrechten te vragen

aan den Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen. De expediteur meent, dat een hem toegezonden buitenlandsche factuur gefingeerd en het bedrag te laag is. Hij adviseert dit te verhoogen, daar, wanneer de douanen geen genoegen met ’t factuurbedrag nemen, over de verhooging door den kooper zelf, 5 maal het invoerrecht betaald moet worden, doch 10 maal, wanneer de douanen het zelf verhoogen. Een partij mollevellen, voor Berlijn bestemd, moet vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat. Het is weer de expediteur, die hierop de aandacht vestigt; zonder dat certificaat zouden de goederen aan de grens opgehouden worden en de afzender zou dadelijk voor groote moeilijkheden staan.

Als voorbeeld, dat de kortste weg niet steeds de goedkoopste is, zij vermeld, dat een partij kali, bestemd voor een plaats aan de Oder, per Rijnboot uit den Elzas naar Rotterdam en van daar per zeeschip naar een Oostzeehaven vervoerd werd, omdat deze lange weg de goedkoopste was. In de havenplaatsen verrichten de expediteurs belangrijke diensten bij de overlading, voor zoover deze niet door de stoomvaartmaatschappijen zelf bezorgd wordt.

< >