Gepubliceerd op 12-09-2021

Proces kantongerecht

betekenis & definitie

Bij de procedure voor ’t kantongerecht kunnen partijen persoonlijk optreden, dus de vertegenwoordiging door procureurs is niet verplicht. Schriftelijke conclusies zijn niet noodzakelijk; ’t proces kan mondeling worden gevoerd.

Er zijn verschillende rechtsmiddelen om tegen een vonnis op te komen, b.v. :

1e. Verzet. Dit middel kan worden toegepast, wanneer iemand bij verstek is veroordeeld. (Zie hierboven.) Verzet is ’t vorderen van een herziening van ’t vonnis door denzelfden rechter, die dit wees.
2e. Hooger beroep. Dit wordt aangebracht bij den hoogeren rechter, b.v. men teekent van een kantongerechtzaak hooger beroep (appèl) aan bij de rechtbank, van een rechtbankzaak appèl bij ’t gerechtshof. Men kan slechts eenmaal in hooger beroep komen. Kantongerechtzaken beneden ƒ50,— en rechtbankzaken beneden ƒ400,— zijn niet vatbaar voor hooger beroep.
3e. Cassatie. Men kan van een vonnis in cassatie komen bij den Hoogen Raad. Het verschil tusschen appèl en cassatie is dit, dat in appèl de geheele zaak opnieuw wordt onderzocht, dus zoowel de feiten, als de toepassing van ’t recht. In cassatie wordt alleen nagegaan, of de wet juist is toegepast en wordt aangenomen, dat de feiten in ’t bestreden vonnis juist zijn weergegeven. In hooger beroep hebben dus weer getuigenverhooren plaats, doch in cassatie niet, omdat die verhooren over de feiten gaan.

Indien een zaak nog vatbaar is voor hooger beroep, dan kan men nog niet in cassatie komen. Een zaak kan dus in drie instanties behandeld worden, b.v. ’t hierboven gestelde geval, in eerste instantie bij de rechtbank; in hooger beroep bij ’t gerechtshof (want de vordering is boven de ƒ 400,—) en daarna in cassatie bij den Hoogen Raad. De civiele procedure wordt geregeld in ’t 1ste boek van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering.

De deurwaarder.

Deze is een openbaar ambtenaar, aangesteld door ’t gerechtshof, die verschillende functies verricht, verband houdende met de rechtspleging, nl. hij is op de zitting van het gerecht aanwezig om de zaken af te roepen; hij beteekent dagvaarding en andere exploiten, hij legt beslag en houdt gerechtelijke verkoopingen.

De advocaat en procureur.

Hij, die Meester in de rechten is, kan worden toegelaten door ’t gerechtshof als advocaat en procureur. Dit zijn twee ambten, die meestal in één persoon vereenigd zijn. Voor een proces bij de rechtbank en bij ’t gerechtshof is ’t optreden van een procureur verplicht. In cassatie moet van de diensten van een advocaat gebruik worden gemaakt. In andere gevallen is men vrij. Men kan dan een advocaat of een procureur of een ander laten optreden.

< >