Gepubliceerd op 12-09-2021

Huwelijk

betekenis & definitie

Het huwelijk is het fundament van het gezin. Hier treft men drieërlei rechtsverhoudingen aan: 1e. tusschen de echtgenooten;

2e. tusschen de ouders en de kinderen en 3
e. tusschen de kinderen onderling.

De wet regelt het huwelijk zeer uitvoerig. Men kan deze regeling in drie deelen splitsen :

1e. de huwelijkssluiting;
2e. de gevolgen van het huwelijk;
3e. de ontbinding van het huwelijk.

Huwelijkssluiting

Voor het aangaan van een huwelijk stelt de wet verschillende eischen. Deze kan men onderscheiden in materieele en formeele eischen.

Materieele eischen. Deze zijn de volgende :

Leeftijd,

1e. Er moet een bepaalde leeftijd zijn bereikt, nl. een man 18 jaar en een vrouw 1ó jaar. De Koningin kan om gewichtige redenen toestemming verleenen, om op jeugdiger leeftijd ’t huwelijk aan te gaan.

Geen dubbel huwelijk.

2e. De aanstaande echtgenooten moeten niet reeds met anderen zijn gehuwd. (Dubbel huwelijk is verboden.)
3e. Te nauwe verwantschap. Er mag tusschen hen geen verboden graad van verwantschap zijn.

Het huwelijk is verboden:

a. tusschen alle personen, die aan elkander verwant zijn in de rechte linie (dit zijn zij, die van elkander afstammen) en in de zijdlinie tusschen broeder en zuster;
b. tusschen oom en nicht, tante en neef en tusschen schoonbroeder en schoonzuster. (Het verbod sub. b. genoemd kan door dispensatie der Koningin worden opgeheven.)
4e. Overspel. Een overspeler mag met zijn medeplichtige niet huwen.

De vrouw moet 300 dagen wachten.

5e. De vrouw kan eerst een nieuw huwelijk aangaan, nadat 300 dagen zijn verloopen sedert de ontbinding van het vorige huwelijk.
6e. De aanstaande echtgenooten hebben dikwijls toestemming van anderen voor hun huwelijk noodig en wel in de volgende gevallen :
a. Minderjarigen behoeven de toestemming van hun beide ouders. Weigert een hunner, dan gaat’t huwelijk niet door.
b. Zijn beide ouders overleden, dan is de toestemming van alle grootouders noodig.
c. Zijn er geen grootouders, dan moet de toestemming van den voogd en toezienden voogd worden verkregen.

Weigert een der personen sub. b of c genoemd, dan kan de toestemming worden verzocht aan den kantonrechter. Indien in een der gevallen sub. a of b een ander dan een ouder of grootouder de voogdij uitoefent, heeft de minderjarige nog de toestemming van den voogd noodig.

Toestemming voor meerderjarigen. Meerderjarigen, die den leeftijd van 30 jaar nog niet hebben bereikt, behoeven de toestemming van hun ouders. Weigert een hunner of beiden, dan kan het kind zich wenden tot den kantonrechter met verzoek om bemiddeling z.g. tusschenspraak. De kantonrechter zal trachten partijen tot elkander te brengen. Lukt dit niet, dan kan het huwelijk drie maanden later worden voltrokken.

Toestemming voor curandi

Onder curatele gestelden hebben de toestemming van hun curator en toeziend curator noodig. Weigert een hunner of beiden, dan kan verlof aan den kantonrechter worden verzocht.

7e. Tusschen personen, wier huwelijk door echtscheiding is ontbonden, kan geen nieuw huwelijk worden gesloten, dan nadat één jaar is verstreken, sedert de ontbinding van hun vorig huwelijk is ingeschreven in de registers van den Burgerlijken Stand. Een verder huwelijk tusschen dezelfde personen is verboden. (Zie art. 84—104 B. W.)

Formeele eischen. Hieronder verstaat men de formaliteiten, welke vervuld moeten worden, zal het huwelijk wettig tot stand komen. Deze formaliteiten worden onderscheiden in :

Huwelijksaangifte. Alle personen, die een huwelijk willen aangaan, moeten daarvan aangifte doen bij den ambtenaar van den Burgerlijken Stand der woonplaats van een der partijen. Deze aangifte kan mondeling, doch ook schriftelijk geschieden, in dit geval zelfs per brief. De ambtenaar zal van die aangifte een acte opmaken, ingeschreven in het register van huwelijksaangifte. De aanstaande echtgenooten zijn nu in ondertrouw. Geschiedt de aangifte mondeling, dan teekenen partijen in het register.

Huwelijksafkondiging. Het voorgenomen huwelijk moet worden gepubliceerd; dit noemt men afkondiging. Deze geschiedt door den ambtenaar van den Burgerlijken Stand, die daarvan een acte opmaakt, ingeschreven in het register van huwelijksafkondiging. Bovendien zal de ambtenaar van ’t voorgenomen huwelijk een geschrift doen aanplakken aan het gemeentehuis op een Zaterdag vóór de voltrekking van het huwelijk. Dit geschrift blijft tien dagen aangeplakt. De afkondiging geschiedt om de gelegenheid open te stellen voor sommige personen, om het huwelijk

tegen te houden, indien dit in strijd met de wet zou worden voltrokken. Men noemt dit het stuiten des huwelijks.

Voltrekking van het huwelijk

Deze geschiedt:

a. door den ambtenaar van den Burgerlijken Stand;
b. in ’t openbaar in ’t gemeentehuis van de woonplaats van bruid of bruidegom. Het huwelijk kan wegens een wettig beletsel, b.v. ziekte van een hunner, worden voltrokken in een particulier huis, mits in tegenwoordigheid van zes getuigen;
c. in tegenwoordigheid van partijen;

Huwelijk bij volmacht, de Koningin kan echter toestaan, dat bruid of bruidegom wordt vertegenwoordigd door een lasthebber, daartoe bij notarieele acte aangewezen; (Een z.g. huwelijk met den handschoen)

d. in tegenwoordigheid van de ouders, grootouders, voogden, enz., die toestemming tot het huwelijk verkenen.

Wijze, waarop derden toestemming geven. Deze personen kunnen hun toestemming ook verleenen bij een notarieele acte of bij een acte van den Burgerlijken Stand, ingeschreven in ’t register van huwelijkstoestemming;

Getuigen, e. in tegenwoordigheid van minstens twee en hoogstens vier getuigen, mannen of vrouwen, meerderjarig, in Nederland wonende, verwanten of vreemden. De ambtenaar van den Burgerlijken Stand vraagt partijen, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouw zullen vervullen de plichten door de wet aan den huwelijken staat verbonden.

Vorm der huwelijksvoltrekking

Na toestemmende beantwoording dezer vraag verklaart de ambtenaar in naam der wet, dat partijen door den echt zijn verbonden. Door deze verklaring is ’t huwelijk voltrokken.

Huwelijksacte Daarna wordt de huwelijksacte voorgelezen en geteekend door de echtgenooten, de personen, die toestemming gaven, de getuigen en den ambtenaar. Deze acte wordt dus opgemaakt tot bewijs van het voltrokken huwelijk. Wanneer b.v. bruid of bruidegom zou weigeren de huwelijksacte te teekenen, dan baat dit niets; het huwelijk is toch reeds voltrokken.

Kerkelijke plechtigheden. Eerst na de voltrekking van ’t huwelijk door den ambtenaar mogen kerkelijke plechtigheden plaats hebben, niet vóór dien tijd. De predikant of priester, die geroepen wordt een huwelijk te bevestigen of kerkelijk te voltrekken, zal, voor hij daartoe overgaat, zich moeten overtuigen, dat ’t huwelijk reeds door den ambtenaar is voltrokken.

Nietigheid van het huwelijk. Een huwelijk, in strijd met sommige wetsbepalingen aangegaan, kan op vordering van bepaalde personen, door de rechtbank worden vernietigd.

Huwelijk in het buitenland. Een huwelijk tusschen Nederlanders of tusschen hen en vreemdelingen, kan ook in het buitenland worden voltrokken en is dan ook volgens onze wet geldig mits : ie. ’t huwelijk is voltrokken naar den vorm in dat land gebruikelijk en 2e. de Nederlandsche echtgenooten niet hebben gehandeld tegen de artikelen 84 e. v. B.W. b.v., dat de wetsbepalingen omtrent den leeftijd van den Nederlandschen echtgenoot, ’t niet bestaan van dubbel huwelijk enz. zijn in acht genomen. Wanneer de Nederlandsche echtgenoot binnen Nederland woont, of binnen de laatste zes maanden gewoond heeft, dan moet de huwelijksafkondiging in Nederland plaats hebben. Binnen één jaar na terugkeer in Nederland zal de buitenlandsche huwelijksacte in het huwelijksregister van de woonplaats der echtgenooten worden overgeschreven. (Zie de artt. 105—154, 39—47 B. W.)

De gevolgen van het huwelijk.

Gevolgen van ’t huwelijk voor de personen der echtgenooten. Het huwelijk heeft gevolgen:

a. voor de personen der echtgenooten en
b. voor hun goederen.

Indien de echtgenooten minderjarig zijn, worden zij door hun huwelijk meerderjarig. Is er verschil in nationaliteit, dan verliest de vrouw door haar huwelijk haar nationaliteit en verkrijgt die van haar echtgenoot. Zij behoudt haar geslachtsnaam, doch zij verkrijgt daarnevens den naam van haar man. Dit laatste steunt niet op de wet, doch alleen op het maatschappelijk gebruik. De vrouw heeft als domicilie de woonplaats van haar echtgenoot.

Maritale macht. Zij komt door haar huwelijk onder de macht van haar man. (de z.g. maritale macht) Het gevolg

daarvan is, dat zij voor elke rechtshandeling de toestemming van haar echtgenoot noodig heeft, b.v. voor ’t sluiten van een overeenkomst.

Handelingen der vrouw zonder machtiging van den man.

Er zijn echter eenige handelingen, die de vrouw zonder toestemming kan verrichten, b.v. uitgaven voor de dagelijksche huishouding; handelingen als openbare koopvrouw, het beheer over haar goederen, als zij dat recht bij huwelijksvoorwaarden heeft bedongen, ’t storten en opnemen van gelden betreffende de Rijkspostspaarbank, ’t maken van een testament, enz.

Rechterlijke machtiging.

Wanneer de man zijn toestemming niet kan (b.v. door ziekte) of niet wil geven, dan kan de vrouw machtiging aan den rechter vragen. (Zie de artt. 160—173 B. W.)

Gevolgen voor de goederen.

Indien de echtgenooten vóór hun huwelijk geen huwelijksvoorwaarden maken, dan huwen zij in algeheele gemeenschap van goederen.

Gemeenschap van goederen. Het gevolg is dan, dat alles wat zij ten huwelijk aanbrengen en gedurende ’t huwelijk verkrijgen, zoowel bezittingen als schulden, het gemeenschappelijk eigendom wordt van beide echtgenooten, ieder voor een gelijk gedeelte.

Beheer der gemeenschap. De man beheert de gemeenschap, doch hij beheert niet alleen de goederen, maar hij kan er ook over beschikken. Hij kan buiten de vrouw de goederen verkoopen en verpanden of met hypotheek bezwaren. Hij kan ook schulden maken, die op de gemeenschap kunnen worden verhaald. De man heeft dus een groote ingrijpende bevoegdheid.

Ontbinding der gemeenschap.

De gemeenschap wordt ontbonden :

1e. door de ontbinding van ’t huwelijk;
2e. door scheiding van goederen en
3e. door scheiding van tafel en bed.

Inventaris opmaken door den langstlevende.

Wordt de gemeenschap door den dood ontbonden en zijn er minderjarige kinderen, dan moet de langstlevende der echtgenooten binnen drie maanden na dat overlijden een beschrijving doen opmaken van den gemeenschappelijken boedel. Wordt dit verzuimd, dan duurt de gemeenschap voort tusschen den langstlevende der echtgenooten en de minderjarigen, doch uitsluitend ten voordeele dier minderjarigen. B.v. indien aan den langstlevende een erfenis ten deel valt, dan valt deze in de voortgezette gemeenschap en deelen de minderjarigen daar dus in. Bovendien verliest de langstlevende door gemeld verzuim het vruchtgenot van de goederen der minderjarigen.

Indien de gemeenschap is ontbonden, kan ’t voorkomen, dat de boedel sluit met een nadeelig saldo; dit is voor rekening der beide echtgenooten, ieder voor de helft.

Afstand der gemeenschap

De vrouw (of is zij overleden, haar erfgenamen) kunnen zich van die aansprakelijkheid bevrijden, door afstand te doen van de gemeenschap. Zij leggen daartoe een verklaring af ter griffie der rechtbank binnen één maand na ontbinding der gemeenschap. Het gevolg is, dat alle goederen en schulden op den man (of is hij overleden op zijn erfgenamen) overgaan.(Zie art. 174-193B.W.)

Huwelijksvoorwaarden.

Men kan van de bepalingen der algeheele gemeenschap van goederen afwijken door huwelijksvoorwaarden. Dit is een contract, dat de aanstaande echtgenooten dus vóór 't huwelijk bij notarieele acte aangaan. Deze acte moet worden ingeschreven ter griffie der rechtbank van de plaats, waar ’t huwelijk is voltrokken.

Uitsluiting der gemeenschap.

Meestal bedingt men bij de huwelijksvoorwaarden uitsluiting van alle gemeenschap. Het gevolg is, dat ieder der echtgenooten behoudt, wat hij ten huwelijk aanbrengt en hetgeen hij gedurende het huwelijk verkrijgt, zoowel actief als passief.

Inkomsten der vrouw.

De inkomsten der vrouw komen aan den man, die de huishouding en de opvoeding der kinderen bekostigt. De vrouw kan bedingen, dat zij slechts een gedeelte van haar inkomsten aan den man zal afstaan. Zij kan zelfs bepalen, dat zij haar geheele inkomen voor zich zal behouden.

Beheer der vrouw

De vrouw kan bedingen het vrije beheer van haar goederen. In dat geval kan de vrouw zonder medewerking van den man daden van beheer verrichten, b.v. haar huizen verhuren. Doch onder dat beheer is niet begrepen het verkoopen van haar goederen, het verpanden van haar effecten en het verhypothekeeren van haar huizen. (Zie de artt. 194—222 B. W.)

Ontbinding van het huwelijk.

Het huwelijk wordt ontbonden:

1e. door den dood.
2e. door echtscheiding.
3e. door een vonnis der rechtbank na een vijfjarige scheiding van tafel en bed, zonder dat de echtgenooten zich verzoend hebben.
4e. door een nieuw huwelijk van een der echtgenooten met verlof van de rechtbank, op grond van afwezigheid van den anderen echtgenoot gedurende 10 jaar, zonder dat eenige tijding van zijn leven of dood is ingekomen. Echtscheiding. De oorzaken der echtscheiding zijn:
1e. overspel;
2e. kwaadwillige verlating gedurende 5 jaar;
3e. veroordeeling van een der echtgenooten tot een vrijheidsstraf van minstens 4 jaar wegens een misdrijf;
4e. zware verwondingen of levensgevaarlijke mishandelingen.

De echtgenoot, die echtscheiding wenscht, wendt zich tot een procureur, die den anderen echtgenoot voor de rechtbank dagvaart. De uitspraak der rechtbank steunt soms alleen op de bekentenis van den anderen echtgenoot, b.v. bij overspel.

Inschrijving vonnis

Het vonnis wordt ingeschreven in het register van huwelijken en echtscheidingen, door den ambtenaar van den Burgerlijken Stand gehouden.

Onderhoud

Indien de echtgenoot, die de scheiding verzocht, niet voldoende inkomen heeft, kan de rechtbank hem uit de goederen van den anderen echtgenoot een uitkeering tot onderhoud toeleggen.

Voogdij over de kinderen na een echtscheiding

Zijn er minderjarige kinderen, dan zal de rechtbank in de voogdij daarover voorzien. B.v. een der ouders wordt voogd over de kinderen, en de andere ouder toeziend voogd over die kinderen.

Scheiding van tafel en bed

De oorzaken daarvoor zijn:

1e. dezelfde als bij echtscheiding;
2e. mishandelingen, grove beleedigingen of buitensporigheden;
3e. beide echtgenooten kunnen deze scheiding te zamen vragen zonder opgaaf van een bepaalde oorzaak.

Vorm van ’t proces. In de gevallen, sub 1 en 2 vermeld, dagvaardt de eene echtgenoot de(n) andere(n) voor de rechtbank. In het derde geval wordt door hen een verzoekschrift bij de

rechtbank ingediend. Men moet steeds gebruik maken van de hulp van een procureur.

Gevolgen der scheiding

De gevolgen dezer scheiding zijn:

1e. ontbinding van de huwelijksgemeenschap, indien de echtgenooten in gemeenschap zijn gehuwd; de boedel wordt dan tusschen de echtgenooten verdeeld. Voortaan zijn zij dus gehuwd buiten gemeenschap van goederen; de vrouw verkrijgt het beheer harer goederen.
2e. de echtgenooten zijn ontheven van de verplichting tot samenwoning; ieder hunner heeft voortaan een eigen woonplaats, doch het huwelijk is niet ontbonden.

Einde der scheiding

De scheiding van tafel en bed kan eindigen :

1e. door verzoening der echtgenooten, waardoor alle gevolgen van ’t huwelijk herleven, b.v. de echtgenooten wonen weder samen en de huwelijksgemeenschap is weder hersteld.
2e. door de ontbinding van het huwelijk.

Ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed

Indien de scheiding van tafel en bed onverzoend 5 jaar heeft geduurd, kan ieder der echtgenooten aan de rechtbank de ontbinding van het huwelijk vorderen. Stemt de andere echtgenoot in de ontbinding van het huwelijk toe, dan kan de rechtbank die ontbinding uitspreken. Het vonnis wordt in de registers van den Burgerlijken Stand ingeschreven. (Zie de artt. 254—304 B. W.)

Scheiding van goederen

De vrouw kan ook scheiding van goederen vorderen wegens verkwisting van den man. Het gevolg is dan ontbinding der gemeenschap. Deze kan weer hersteld worden. (Zie art. 241 e.v. B. W.)

< >