Gepubliceerd op 12-09-2021

Handel in effecten

betekenis & definitie

De effectenhandelaren zijn georganiseerd in :

а. Vereeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam;

b. Vereeniging van Effectenhandelaren te Botterdam;
c. Bond van den Geld- en Effectenhandel in de Provincie. Deze drie vereenigingen, waarbij bijna alle effectenhandelaren zijn aangesloten, hebben voor het koopen en verkoopen van fondsen hetzelfde provisiereglement vastgesteld.

Effectenbeurs te Amsterdam

De Amsterdamsche effectenbeurs wordt gehouden in een apart gebouw, dat het eigendom is van de Vereeniging voor den Effectenhandel, op eiken werkdag van 1½ —23/4 uur; op Zaterdag van 101 /2—11½ uur. Zij is alleen toegankelijk voor leden der Vereeniging en hun bedienden. Anderen kunnen gedurende de beursuren als toeschouwers bij introductie toegelaten worden op de tribune. Lid van de Vereeniging kunnen alleen zijn handelaars, makelaars, commissionnairs in effecten en bankiers, die in Amsterdam het effectenbedrijf uitoefenen en verder voldoen aan de door de Vereeniging gestelde eischen.

Provinciale bankiers moeten dus hun aan- en verkooporders doorgeven aan een Amsterdamsche firma, die voor den handel ter beurze is toegelaten. Daarvoor betalen zij provisie, die dus in mindering komt van de provisie, welke zij hun cliënten in rekening brengen.

Officieele noteerihg. Om voor effecten toelating te krijgen tot dè verhandeling ter beurze en opneming in de officieele prijslijst, bestaan strenge voorschriften; o. a. moeten bij de aanvraag overgelegd worden de statuten, de laatste balans en de winst- en verliesrekening. Binnenlandsche fondsen beneden ƒ 500000,— nominaal en buitenlandsche, waarvan minder dan ƒ 500000,— in Nederland geplaatst is, worden niet opgenomen.

Prijscourant

Deze bevat behalve de definitief in de noteering opgenomen fondsen, rubrieken van voorloopig genoteerde fondsen nl. rubriek I, waarin voorkomen de fondsen, waarvoor de officieele noteering is aangevraagd, doch waaromtrent nog geen enkele formaliteit vervuld is; rubriek II: fondsen, waarvoor per stuk 1%0 aan de Vereeniging wordt betaald. Is na verloop van tijd het bedrag, dat door opneming in de gewone noteering vereischt wordt, betaald, dan wordt het fonds in de officieele noteering opgenomen.

Courante en incourante fondsen

De in de prijscourant opgenomen fondsen noemt men courante, alle overige incourante fondsen.

Soorten van orders

Men onderscheidt gelimiteerde en ongelimiteerde in- en verkooporders; gelimiteerd b.v. in-

koopen 1 Philips tot 180; verkoopen 1 H.V.A. 160; dus bij inkoop mag niet hooger gekocht worden dan 180, bij verkoop niet lager verkocht worden dan 160.

Middenkoers.

Tot 1925 werden de meeste fondsen verhandeld tegen middenkoers, d. i. het gemiddelde van den hoogsten en den laagsten koers. Dit systeem gaf aanleiding tot misbruiken en is in 1925 officieel afgeschaft. Toch wordt ook thans nog voor tal van vóór den aanvang der beurs opgegeven orders verantwoording tegen middenkoers gevraagd.

Rescontreeren.

Het middenkoerssysteem biedt voor de provinciale bankiers groote voordeelen, doch is tevens de oorzaak, dat slechts een klein gedeelte der orders aan de beurs komt. Stel, de A bank te Utrecht heeft order te koopen 1 Deli en te verkoopen 1 Deli, beide tegen middenkoers; dan geeft zij hiervan niets door en verdient de volle provisie; had zij te koopen 3 stuks en te verkoopen 2, dan zou zij slechts i stuk te koopen doorgeven en verdient voor 4 stuks de volle provisie; de twee andere te koopen en te verkoopen worden z.g. gerescontreerd of ineengesloten. Grootbanken met filialen rescontreeren eerst ieder voor zich zelf, zenden de restjes door naar hun kantoor in Amsterdam, waar nogmaals ineengesloten wordt. Het is te begrijpen, dat kleine bankjes en commissionnairs elkaar bij dit ineensluiten kunnen helpen. Aan de z.g. beurzen te Rotterdam en Den Haag hebben dagelijks samenkomsten plaats van effectenhandelaren; deze dienen vooral voor het ineensluiten van koop- en verkooporders.

Noteeringssystemen.

a. Aandeelen groep A, d. i. de z.g. actieve fondsen; hiervoor wordt de beurstijd verdeeld in 6 perioden van 10 minuten en 1 van 15 minuten; in elke periode wordt de hoogste en de laagste koers genoteerd, van de laatste periode bovendien de slotkoers. Op Zaterdag wordt de beurstijd verdeeld in 6 perioden van 10 minuten. (10.30—n.30) Voor de overige fondsen is de beurstijd verdeeld in 2 perioden, nl. een van 1.30—2 uur, en een van
2 uur tot 2.45 uur. Zaterdags van 10.30—11 uur en van 11—11.30 uur.

Laten, bieden, gedaan en gelaten, gedaan en bieden.

b. Obligaties. Zijn in de eerste periode geen zaken gedaan, maar is er alleen aanbod geweest zonder vraag, dan wordt de laagste koers, waartegen werd aangeboden, genoteerd met de bijvoeging „1”. (laten) Heeft het omgekeerde plaats, dan wordt genoteerd de hoogste koers, waartegen stukken zijn gevraagd met de bijvoeging „b”. (bieden) Zijn in een bepaalde periode affaires tot stand gekomen en was er bij de sluiting dier periode nog aanbod zonder vraag, dan wordt aan de noteering toegevoegd ,,g. 1.”; (gedaan en laten) in ’t omgekeerde geval „g. b.” (gedaan en bieden).

Nabeurs- of sociëteitskoersen

Na den officieelen beurstijd wordt de handel nog voortgezet, in afwachting van de buitenlandsche beursberichten. De koersen worden in de Beurscourant opgenomen onder het hoofd „Nabeurskoersen”. Ze heeten ook sociëteitskoersen, omdat deze affaires gedaan worden in de sociëteit der Vereeniging.

< >