Verbruikleening
Geldleening wordt begrepen onder de overeenkomst van verbruikleening. Hieronder verstaat men een contract, waarbij de eene partij aan de andere, een zekere hoeveelheid verbruikbare zaken afgeeft onder beding, dat deze aan de wederpartij even zooveel van gelijke soort en hoedanigheid terug geeft.
Verbruikbare zaken
Verbruikbare zaken zijn die, welke te niet moeten gaan om er genot van te kunnen hebben,
b.v. levensmiddelen, sigaren, enz. Ook het geld wordt gerangschikt onder de verbruikbare zaken, omdat geld moet worden uitgegeven (verteerd) zal men er genot van hebben.
Eigendomsoverdracht aan den leener.
De leener wordt eigenaar van het ter leen ontvangen geld, doch onder verplichting om later een gelijke som aan den uitleener terug te geven, waarbij men niet let op de soort bankbiljetten,enz., welke zijn geleend, doch alleen op de geleende som.
Verandering der valuta.
Indien er vóór het tijdstip der voldoening vermeerdering of vermindering van de waarde der geldspecie of verandering in de gangbaarheid plaats heeft, geschiedt de teruggave der geleende som in zoodanige specie, als ten tijde der voldoening gangbaar is, berekend naar derzelver gangbare waarde op dat tijdstip. Is b.v. de gulden door inflatie gedaald, dan is dit een voordeel voor den debiteur; heeft hij b.v. ƒ 1000.— geleend, dan moet hij ƒ 1000.— teruggeven, die dan een mindere waarde vertegenwoordigen. Heeft de gulden nog een waarde van ƒ 0.50, dan betaalt hij dus terug een waarde van ƒ 500.—. De teruggave der geleende som kan op twee wijzen geschieden :
Aflossing,
1e. in één som en
2e. in gedeelten. Indien niet iets anders is bepaald, mag de debiteur niet bij gedeelten aflossen, indien de schuld loopt tusschen één crediteur en één debiteur. De crediteur kan echter vergunning verleenen, dat de debiteur bij gedeelten mag aflossen. Wanneer geen tijdstip van teruggave bepaald is, kan de rechter, indien de crediteur de teruggave vordert, naar gelang der omstandigheden aan den debiteur eenig uitstel toestaan.
Rente.
Het is geoorloofd voor de leening van geld interessen te bedingen. In de Middeleeuwen was dit verboden; elke rente werd toen woeker genoemd. De hoegrootheid der interessen moet in geschrift worden bepaald.
Contractueele rente. Men onderscheidt:
1e. contractueele interessen. Deze worden bij overeenkomst bepaald;
2e. de wettelijke interessen. Deze worden door de wet bepaald.
Wettelijke rente. Zij bedraagt 5 % in burgerlijke zaken en 6 % in handelszaken. Deze is verschuldigd:
a. wanneer rente is bedongen, doch ’t bedrag is niet uitgedrukt en
b. in een proces; indien iemand is veroordeeld tot betaling van een bepaalde som, wordt in ’t vonnis meestal bepaald, dat hij bovendien de wettelijke rente van die som moet betalen, vanaf den dag der dagvaarding tot dien der betaling.
Bij kwijting voor hoofdsom vermoeden, dat rente betaald is
Een kwitantie voor de betaling der hoofdsom zonder voorbehoud van rente, doet de voldoening der interessen vooronderstellen en de debiteur wordt daarvan bevrijd. (Zie artt. 1791—1806 B. W.)