Bruikleen is een contract tusschen uitleener en leener, waardoor het genot eener zaak om niet, dus gratis, wordt afgestaan. Hierin ziet men dus ’t verschil met huur.
In dit laatste geval wordt voor den afstand van het genot een vergoeding betaald, (een huurprijs)Allerlei goederen tot voorwerp.
Bruikleen kan zoowel roerende als onroerende goederen betreffen. De uitleener blijft natuurlijk eigenaar van het geleende. De leener is verplicht dezelfde zaak terug te geven na afloop van het gebruik of van den bepaalden tijd.
Invloed van den dood van een der partijen.
De verbintenissen, welke uit bruikleen ontstaan, gaan na overlijden van partijen op de erfgenamen over. Hierop is een uitzondering. Indien nl. de uitleening geschiedt met het oog op den persoon, die ter leen ontving, dan eindigt bruikleen met ’t overlijden van den leener.
Vorm van bruikleen.
Het bruikleencontract kan mondeling worden gesloten. (Zie de artt. 1777—1790 B. W.)