Het vervoer op de rivieren en kanalen geschiedt door den binnenbeurtvaartdienst, (stoom of motor) per beurtschipper of door z.g. wilde schippers. Het beurtschip doet meer denken aan een zeilschip, wat het in vele gevallen dan ook is.
In de wilde vaart komen meestal zeilschepen voor, hoogstens nog motorbooten, doch geen stoombooten. Het vervoer betreft heele scheepsladingen van massagoederen, terwijl dat van stukgoederen in handen is van den binnenbeurtvaartdienst en de beurtschippers.
Beurtvaartadres.
Het heeft plaats op een sinds 1918 uniform vastgesteld vervoerdocument, het z.g. beurtvaartadres. Op de achterzijde treft men een verwijzing aan naar de Algemeene Vervoercondities, vastgesteld door de Vereeniging tot Behartiging der belangen van de Binnenlandsche Beurtvaart. Door deze condities wordt de bewijslast bij schade feitelijk afgewenteld op den afzender. Om den afzender in staat te stellen zich tegen het transportrisico en gevaar van diefstal te dekken, kan de zending door tusschenkomst van den vervoerder verzekerd worden tegen een premie van 1°/00 van de ter verzekering opgegeven waarde der goederen.
Het beurtvaartadres wordt steeds in tweevoud opgemaakt; beide worden door den afzender ingevuld. Het dubbel dient als bewijs van ontvangst en wordt na onderteekening door den vervoerder aan den afzender teruggegeven. Het eigenlijke adres begeleidt de goederen en wordt bij aflevering aan den geadresseerde overhandigd.
Wordt de aanneming der goederen geweigerd, dan kan op een verzoekschrift door den belanghebbende, door den president van de rechtbank (of kantonrechter) bepaald worden, dat de goederen door deskundigen worden opgenomen, of hij kan bevelen, dat de goederen in een behoorlijke bewaarplaats worden opgeslagen, of machtiging verleenen tot publieken verkoop van aan bederf onderhevige goederen, althans van het gedeelte, vereischt voor de voldoening van vracht en kosten.