Bewaargeving van roerend goed.
Bewaargeving is een overeenkomst tusschen den bewaargever en den bewaarnemer, waarbij de eerste aan den tweede een roerend goed in bewaring geeft, onder verplichting om later hetzelfde voorwerp terug te geven.
Wijze van tot stand komen.
Het contract komt eerst tot stand, indien de zaak in bewaring gegeven is, dus de enkele overeenstemming is niet voldoende voor het tot stand komen van ’t contract, zooals bij koop en huur.
Bewaargeving gratis.
Bewaargeving geschiedt gratis tenzij door partijen loon is bepaald.
Ten opzichte van onroerend goed kan geen bewaargevingscontract worden gesloten; ’t moet dus steeds roerend goed zijn.
Vrijwillige bewaargeving.
Men onderscheidt de vrijwillige bewaargeving en die uit noodzaak. De eerste heeft plaats
ten gevolge van de wederkeerige toestemming van partijen.
Bewaargeving uit noodzaak.
Bij de bewaargeving uit noodzaak wordt men door eenig toeval gedwongen om deze bewaargeving toe te passen, zooals door brand, plundering, overstrooming, schipbreuk, enz.
Herbergiers zijn als bewaarnemers aansprakelijk voor de goederen, welke de reizigers medebrengen. Deze wordt als een bewaargeving uit noodzaak beschouwd.
Open en gesloten bewaargeving
Bij banken worden dikwijls allerlei zaken in bewaring genomen. Men onderscheidt daarbij dikwijls open en gesloten bewaargeving. Bij de gesloten bewaargeving weet de bewaarnemer officieel niet, wat zich bevindt in de koffers, trommels, doozen, enz., welke gesloten in bewaring worden gegeven. De bewaarnemer is verplicht, die voorwerpen in ongeschonden toestand terug te geven. De bewaarnemer is niet aansprakelijk voor den inhoud der koffers, enz. Bij de open bewaargeving is de bewaarnemer natuurlijk wel aansprakelijk voor den inhoud. De bewaarnemer heeft het recht om het goed onder zich te houden tot de volle voldoening van hetgeen hem ter zake der bewaargeving verschuldigd is, b.v. bewaarloon en gemaakte onkosten, (b.v. bij bewaring van een paard de kosten van voeding, van den hoefsmid, veearts, enz.)
Retentierecht.
Dit recht wordt genoemd recht van retentie, of terughouding. Dit recht wordt door de wet ook in andere gevallen verleend, b.v. bij arbeiders, die goederen onder zich hebben ter reparatie, (art. 1652 B. W.) Men zie verder over bewaargeving de artt. 1731—1776 B. W.