Het laatste woord van een versregel rijmt op het eerste woord van de volgende regel. Overlooprijm (én binnenrijm én eindrijm!) komen voor in "Kinder-lijk" van Joost van den Vondel:
Constantijntje, ’t zalig kijndje,
Cherubijntje van omhoog,
D’ijdelheden, hier beneden,
Uitlacht met een lodderoog.