Nederlands romanschrijfster (*1948). ‘Ik wilde iets aan de kaak stellen,’ zei Marja Brouwers in een interview over haar eerste boek, Havinck: een episode (1984).
Op laconieke, ironische toon wordt het lege leven van de Amsterdamse advocaat Robert Havinck met zijn vrouw, dochter en vriendin beschreven: ‘een comfortabel bestaan, waarin geen plaats is voor wereldleed en vermoeiend idealisme’ (Hans Vervoort). Havinck is een ‘hol’ mens (het motto van het boek is ontleend aan het gedicht “The hollow men” van T.S. Eliot); alles glijdt van hem af: ‘Onbewogen ben ik. Onaangetast.’, aldus het slot van de roman.
Het tweede boek van Brouwers, De feniks: een familiekroniek (1985) is veel gecompliceerder. Kern ervan is de reconstructie van de neergang van een familiebedrijf door de vriend van een van de familieleden, waarbij feiten en verzinsels door elkaar lijken te lopen. De lichtjager (1990) gaat over een kunsthistoricus, die terugkeert uit Amerika en zijn frustraties verdrijft met alcohol. Pas veertien jaar later verscheen haar volgende roman, het dikke Casino (2004), dat grote publiciteit kreeg maar zeer verschillend door de literaire kritiek ontvangen werd. Het is enerzijds een soort thriller, anderzijds een politieke en sociale roman over het in de ogen van Brouwers verloederende Nederland.