Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 08-02-2017

J. Slauerhoff

betekenis & definitie

Nederlands dichter en romancier (Leeuwarden 14.9.1898 – Hilversum 5.10.1936). Na een studie medicijnen in Amsterdam maakte hij als scheepsarts reizen naar het Verre Oosten, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika.

Gedurende korte tijd praktijkwaarnemer in diverse plaatsen, assistent aan de Utrechtse universiteit en huisarts in Tanger. Hij schreef literaire kritieken voor de Nieuwe Arnhemsche Courant. Pseudoniem: John Ravenswood. Hoewel hij van dezelfde generatie was als leidende modernisten als Marsman en Van Ostaijen was Slauerhoff een neoromanticus van het zuiverste water. Al zijn gedichten gaan over levensmoeheid, doodsverlangen, opstand tegen het burgerdom, zwerflust, heimwee naar vroegere en glorieuzere tijden. Hij was – en dat is voorzichtig uitgedrukt – een moeilijk mens, voor zichzelf en voor anderen. Hij is het meest zuivere Nederlandse voorbeeld van een ‘poète maudit’, de gedoemde dichter die geen raad weet met de wereld en zichzelf en een uitweg zoekt in drank, zwerven, affaires met vrouwen – en poëzie. De mensen die Slauerhoff gekend hebben, bewonderen hem hevig of verafschuwen hem zeer. Zo zei Victor van Vriesland van hem: ‘Hij was een groot dichter, maar hij was een rotvent, echt een klier.’

Slauerhoff heeft een interessant leven geleid. Als scheepsarts bereisde hij zowat alle zeeën en werelddelen. Een tijdlang had hij een huisartsenpraktijk in een achterbuurt van Tanger, maar door zijn toenemende bronchitis kon hij dit niet volhouden en ging hij weer varen. Vrijwel al zijn gedichten zijn geïnspireerd door dit rusteloze leven. Zijn omzwervingen brachten hem in contact met allerlei culturen en hij vertaalde gedichten uit het Duits, Engels, Portugees, Spaans en Frans.

< >