Nederlands dichter en prozaschrijver (1926-2008; P.C.Hooftprijs 2005). De archeoloog en classicus Bastet publiceerde in de jaren ’60 drie gedichtenbundels, die toen weinig aandacht kregen: Gedichten (1960), Arion op de dolfijn (1964) en Een mislukte pansfluit (1967).
Pas in 1980 begon hij weer poëzie te publiceren: Aan Kroisos: klein dodenboek voor gestorven vrienden. In hetzelfde jaar verscheen ook de bloemlezing (met enkele nieuwe gedichten) Catacomben.
In de tweede helft van de jaren zeventig kreeg Bastet grote bekendheid door een reeks artikelen in de NRC over de klassieke oudheid; ze werden verzameld in drie bundels ‘wandelingen door de antieke wereld’: Duizendjarig dolen (1978), Het maansteenrif (1979) en Naar paleizen uit het slik (1983); de titels zijn citaten van resp. Engelman, Marsman en Vondel. Ook schreef hij de grote, veel geprezen, biografie Louis Couperus (1987), enkele novellen en romans, en veel wetenschappelijke werken.
Overige werken o.a.
1959 De aardbeving (novelle)
1961 Heksendans (novelle)
1963 Lava (roman)
1964 Reizigers naar Rome (essays)
1985 Drieluik (gedichten)
1989 De stoptrein (verhalen)
1993 Funerailles (roman)