Nederlands schrijver van poëzie, romans en reisbeschrijvingen (*Den Haag 31.6.1933). Bereisde zowat de hele wereld en schreef daarover talloze artikelen voor Elsevier, de Volkskrant, Avenue en andere bladen, die daarna in boekvorm verschenen.
Ook werkzaam als poëzievertaler en als schrijver liedteksten voor o.a. Liesbeth List. Constantijn Hugens-prijs 1992, P.C.Hooftprijs 2004. Nooteboom debuteerde op jeugdige leeftijd met een romantische roman over een zwerftocht in Frankrijk (Philip en de anderen, 1955) en een bundel tamelijk traditionele gedichten (De doden zoeken een huis, 1956). Zijn poëzie evolueerde daarna naar een veel moeilijker, geconstrueerder type gedichten: Koude gedichten (1959), Het zwarte gedicht (1961), Gesloten gedichten (1964). Ook zijn proza veranderde sterk. De ridder is gestorven (1963) is een gecompliceerde roman waarin de ik-persoon een boek schrijft over een overleden schrijver, die zelf ook werkte aan een boek over een overleden auteur. Daarna duurde het tot 1980 voor zijn volgende roman verscheen; in de tussentijd schreef hij talloze reisverslagen, die gebundeld werden in Een middag in Bruay (1963), Een nacht in Tunesië (1965), Een ochtend in Bahia (1968) en Een avond in Isfahan (1978). Ook schreef hij een bekroonde reportage over de Franse ‘meirevolutie’ van 1968: De Parijse beroerte (1968).
In 1980 verscheen Rituelen, dat een groot succes was, zowel bij de critici als bij het publiek. De roman bestaat uit drie delen, die achtereenvolgens in 1963, 1953 en 1973 spelen. Het (korte) eerste deel is in feite een ‘intermezzo’ tussen de twee andere (het heet ook zo), maar staat vooraan omdat daarin de hoofdpersoon Ini Wintrop wordt geïntroduceerd, die in de twee volgende delen de waarnemer is van twee grote rituelen: de Heilige Mis van het katholicisme en het theeritueel van het Japanse boeddhisme. De hoofdpersonen van deze delen, respectievelijk Arnold Taads en diens zoon Philip, proberen met behulp van hun ritueel zich aan de wereld te onttrekken en plegen ten slotte zelfmoord. Ini Wintrop is de toeschouwer die zich overgeeft aan het ritueel van de erotiek en die greep tracht te krijgen op zijn leven door middel van de herinnering. Als relativerende levensgenieter staat Wintrop tegenover de absolute asceten Arnold en Philip Taads.