Een oorlog tussen de Sovjetunie en Finland, die de Sovjetunie begon om toegang te krijgen tot de havens aan de Oostzee.
In het Molotov-von Ribbentrop-pact van 23 augustus 1939 was bepaald, dat de Sovjetunie de vrije hand in Finland kreeg. Eind september eiste de Sovjetunie enkele gebieden in het zuiden van Finland op om daar militaire bases te vestigen. De Finse regering weigerde de eisen in te willigen, waarop het Rode Leger de aanval opende. De Finnen boden heldhaftig verzet. Onder winterse omstandigheden bleken ze veel beter uit de voeten te kunnen dan hun tegenstanders. Vooral de Mannerheim-linie, aangelegd op het Karelisch schiereiland, dertig kilometer ten noorden van Leningrad, bleek een zware hindernis voor de Sovjettroepen. Daar kwam bij dat het Rode Leger erg verzwakt was door de zuiveringen van de jaren dertig. Pas na vijftien weken wist de Sovjetunie de Finse verdediging te doorbreken. Bij de op 12 maart 1940 gesloten Vrede van Viborg moest Finland iets meer gebied afstaan dan aanvankelijk was geëist, maar het behield zijn zelfstandigheid.
Als gevolg van de oorlog werd de Sovjetunie uit de Volkenbond verwijderd.