Een economisch plan dat voor alle sectoren van de economie productiedoelen vaststelt, die in een periode van vier jaar moeten worden gehaald.
De Duitse dictator Adolf Hitler kondigde op 9 september 1936, naar het voorbeeld van het Sovjetvijfjarenplan, een dergelijk plan voor Duitsland af. Dit plan stelde de economie in dienst van de politiek. Duitsland bereidde zich op een oorlog voor en streefde daarom naar autarkie. Dit hield onder andere in dat de invoer van grondstoffen zoveel mogelijk moest worden beperkt. Om dit doel te bereiken, werd de industrie aangespoord op grote schaal synthetische producten te vervaardigen, die natuurlijke grondstoffen konden vervangen. Tegelijkertijd voorzag het plan in de opbouw van de oorlogsindustrie. Aan de landbouw werd bijzondere aandacht besteed, omdat de boeren in oorlogstijd het land moesten voeden. In tegenstelling tot de situatie in de Sovjetunie bleven de productiemiddelen in handen van particulieren.
In oktober 1936 werd onder leiding van Hermann Goering begonnen met de uitvoering van het plan. Goering had vérstrekkende bevoegdheden gekregen. In oktober 1940 werd een nieuw plan opgesteld, dat dezelfde doelen nastreefde als het eerste plan. Er was wel rekening gehouden met de eisen die de oorlog aan de economie stelde. Ondanks de vorderingen van grondstoffen in de bezette landen en de gedwongen tewerkstelling van miljoenen arbeiders in Duitsland, bleef autarkie een onbereikbaar ideaal. Wel bereikte de oorlogsproductie in 1944 een hoogtepunt.