Een land in Afrika dat in 1960 onafhankelijk werd.
In 1960 trokken de koloniserende mogendheden Italië en Groot-Brittannië zich uit Oost-Afrika terug. Uit hun vroegere koloniën in dat deel van Afrika werd Somalië gevormd. Vóór de kolonisatie was er geen sprake van één land of één natie. Somalische nomaden zwierven toen door een groot deel van Oost-Afrika, niet gehinderd door grenzen.
Het Somalische volk kan worden ingedeeld in een viertal grote clans (familiegroepen) en in talloze sub-clans. De clanstructuur verdroeg zich slecht met een centrale regering. Meer dan zestig partijen en partijtjes maakten na de onafhankelijkheid onderling ruzie.
In 1969 greep generaal Mohammed Siyad Barre de macht; hij wierp zich op als de voorvechter van een groot-Somalische gedachte die een einde zou maken aan het clan-denken. Siyad Barre zocht contact met de Sovjetunie. Siyad Barre streefde aanvankelijk naar de vestiging van een socialistische staat op basis van consensus tussen de clans, maar zijn regime werd in de praktijk steeds dictatorialer.
In 1977 lokte Somalië een oorlog met Ethiopië uit om de door Somaliërs bewoonde Ogaden-woestijn in handen te krijgen. Ook Ethiopië zocht en vond eveneens steun bij Moskou, dat uiteindelijk besloot Somalië te laten vallen ten gunste van Ethiopië. De strijd om de Ogaden-woestijn verliep voor Somalië rampzalig; in 1982 had Ethiopië het gebied weer grotendeels onder controle.
De nederlaag in de Ogaden-woestijn leidde tot binnenlandse onrust in Somalië. Siyad Barre gebruikte nu de clan-structuur om zijn bewind overeind te houden. Hij speelde clans tegen elkaar uit. In 1988 sloot hij een vriendschapsverdrag met de vroegere vijand Ethiopië. Ondertussen woedde vanaf mei 1988 in Somalië een burgeroorlog.
In januari 1991 moest Siyad Barre de hoofdstad Mogadishu verlaten. De verzetsbewegingen gingen elkaar en de bevolking te lijf, waardoor de chaos enorm werd. Het land werd volkomen ontregeld. De bevolking leed honger; tienduizenden mensen kwamen om het leven.
In het voorjaar van 1992 besloten de Verenigde Naties in te grijpen. De VN-actie in Somalië was uniek, omdat er geen instemming van de strijdende partijen was. In september 1992 arriveerden Pakistaanse VN-troepen om voedselkonvooien te bewaken. De gevechten gingen door, waarbij ook VN-militairen om het leven kwamen. Op 9 december 1992 landden Amerikaanse troepen, in het kader van de operatie `Restore Hope' (Herstel van de Hoop). De troepen werden aan het strand opgewacht door grote aantallen journalisten. De Amerikanen voerden de multinationale United Task Force (UNITAF) aan. De interventie had weinig succes. De clans bleven elkaar bevechten; ook de VN-troepen slaagden er niet in vrede te bewerkingstelligen. Diverse Amerikaanse militairen werden gedood. Op 4 mei 1993 droeg de door de Verenigde Staten geleide UNITAF de controle over de militaire en humanitaire operaties in Somalië over aan de United Nations Operation in Somalia (UNOSOM II). Ook UNOSOM II kon het niet bolwerken. Op 1 maart 1995 vertrokken de laatste VN-militairen uit Somalië; Restore Hope was op een mislukking uitgelopen.
Na het vertrek van de VN-militairen nam de chaos in Somalië weer toe. In mei 1995 braken nieuwe gevechten tussen de verschillende partijen uit. In het noorden werd de onafhankelijk republiek Somaliland uitgeroepen. Ondanks de uitgebreide VN-interventies bleef Somalië een verdeeld land.