Gepubliceerd op 30-07-2017

Sao Tomé en Príncipe

betekenis & definitie

Eilandenrepubliek in West-Afrika; sinds 12 juli 1975 onafhankelijk.

De onbewoonde eilanden Sao Tomé en Príncipe werden in 1471 door de Portugezen ontdekt. Zij richtten er een strafkolonie voor gevangenen en joden op. Behalve voor de productie van suiker, fungeerden de eilanden ook als doorvoerhaven van slaven. In de zeventiende eeuw stonden Sao Tomé en Príncipe enige tijd onder Nederlands bestuur. In de negentiende eeuw legden de Portugezen op de eilanden grote cacao- en koffieplantages aan, waar slaven onder erbarmelijke omstandigheden moesten werken. In 1953 werd ten koste van meer dan duizend doden een staking door militairen gebroken.

In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw streefde de bevrijdingsbeweging Movimento de Libertaçao de Sao Tomé e Príncipe (MLSTP) naar een geweldloze afscheiding van Portugal. Na de Anjerrevolutie van 1974 in Portugal, kwam de onafhankelijkheid van Sao Tomé en Príncipe zonder grote problemen tot stand. President werd Manuel Pinto da Costa, de leider van de MLSTP. De nieuwe republiek werd een eenpartijstaat. Da Costa voerde een linkse politiek. Het buitenlands beleid van Sao Tomé en Príncipe was vooral gericht op Angola, Mozambique en de Kaapverdië. In 1987 kwam een democratiseringsproces op gang. De eerste vrije parlementsverkiezingen op 20 januari 1991 werden gewonnen door de Partido de Convergencia Democrática (PCD, Democratische Convergentiepartij). Aan de eerste vrije presidentsverkiezingen op 3 maart 1991 deed da Costa niet mee. Als winnaar kwam Miguel Trovoada uit de bus, waardoor hij president werd. Trovoada was een onafhankelijke oppositieleider die in mei 1990 uit ballingschap naar de eilanden was teruggekeerd. Na de verkiezingen van 2 oktober 1994 kwam de MLSTP opnieuw aan de macht. De MLSTP behaalde 27 van de 55 zetels in de Nationale Assemblée, tegen de PCD veertien. MLSTP-voorzitter Carlos da Graça werd premier.

Op 15 augustus 1995 pleegden militairen uit onvrede over de economische recessie een staatsgreep. Na bemiddeling door Angola droegen zij na een week de macht weer over aan de burgerregering van premier Carlos da Graça in ruil voor amnestie. Ook lieten ze president Trovoada vrij.

< >