De 32e president van de Verenigde Staten (1933-45), neef van president Theodore Roosevelt.
F.D. Roosevelt werd in een vooraanstaande Newyorkse familie geboren. Hij studeerde aan de Harvard Universiteit en aan de rechtenfaculteit van de Columbia Universiteit. In 1907 studeerde hij af in de rechten. Nadat hij bij een Newyorks advocatenkantoor was gaan werken, werd hij in 1910 tot senator in de staat New York gekozen. Van 1913-20 was hij onder president Wilson plaatsvervangend minister van Marine. In 1920 was Roosevelt zonder succes kandidaat voor het vice-presidentschap. In 1921 werd hij geveld door kinderverlamming. Met enorme wilskracht wist hij, zij het blijvend gehandicapt, de ziekte te boven te komen. In 1928 maakte hij als gouverneur van de staat New York een politieke come-back. In 1932 werd hij als kandidaat van de Democratische partij tot president gekozen. Zijn verkiezingsprogramma New Deal richtte zich op de `kleine man' en het bestrijden van de crisis.
Vooral in zijn tweede ambtsperiode bleek de New Deal geen wondermiddel. De werkloosheid bleef hoog, terwijl er groeiende kritiek kwam op de toenemende invloed van de overheid. Roosevelt kwam in botsing met het Hooggerechtshof dat een aantal New Dealwetten verwierp.
Op het gebied van de buitenlandse politiek stuurde de president de Verenigde Staten voorzichtig in de richting van partijkiezen vóór Engeland. De leen- en pachtwet van maart 1941 bood de mogelijkheid flinke materiële steun aan de Britten te geven. In augustus 1941 ontmoette Roosevelt op de Atlantische Oceaan de Britse leider Winston Churchill, wat uitmondde in het Atlantic Charter, een van de basisdocumenten van de Verenigde Naties. Door de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 werden de Verenigde Staten daadwerkelijk in de oorlog betrokken. Roosevelt toonde zich een moedig oorlogsleider. Zijn besprekingen met Churchill en Stalin tijdens de oorlogsconferenties hadden grote gevolgen voor de naoorlogse wereld.
Door de crisis en de Tweede Wereldoorlog werd Roosevelt bij de presidentsverkiezingen van 1936, 1940 en 1944 herkozen, waardoor hij de langstregerende Amerikaanse president werd; bovendien was hij een van de populairste presidenten.