Gepubliceerd op 30-07-2017

Potsdam, Conferentie van (17 juli-2 augustus 1945)

betekenis & definitie

De laatste topconferentie van de geallieerden uit de Tweede Wereldoorlog.

In een voorstad van Berlijn kwamen de leiders van de Sovjetunie (Jozef Stalin), de Verenigde Staten (Harry S. Truman) en Groot-Brittannië (Winston S. Churchill, tijdens de conferentie vervangen door Clement Attlee) bijeen.

Ondanks de verdeling van Duitsland in bezettingszones, zoals besloten op de conferentie van Jalta, hielden de geallieerden vast aan het standpunt dat het land een eenheid moest blijven. De hoofdstad Berlijn kreeg een aparte status. Er werd een Geallieerde Controleraad ingesteld, bestaande uit de commandanten van de vier Berlijnse sectoren. Duitsland moest zoveel mogelijk van nationaal-socialisten worden gezuiverd (denazificatie).

Er werd in Potsdam afgesproken dat Duitsland voldoende middelen van bestaan moest overhouden om economisch op eigen benen te kunnen staan. Herstelbetalingen moesten in principe uit de toegewezen bezettingszone worden gehaald.

De rivieren de Oder en de Neisse werden als westgrens van Polen vastgesteld (Oder-Neisse-grens). Dat betekende dat Polen een flink stuk naar het westen `opschoof', omdat het in het oosten grondgebied had moeten afstaan aan de Sovjetunie.

Door de al merkbaar wordende spanning tussen Oost en West was de slotverklaring van deze conferentie vaag en voorzichtig geformuleerd, waardoor uiteenlopende interpretaties mogelijk waren.

< >