Gepubliceerd op 13-06-2017

Poll tax

betekenis & definitie

Gemeentelijke belasting in Engeland, die in 1990 bij de invoering door de regering-Thatcher op felle tegenstand stuitte.

De opschudding rond de invoering van de poll tax was op kleinere schaal een herhaling van het tumult dat zich in de Middeleeuwen eveneens rond een poll tax had afgespeeld. In 1381 was de invoering van een poll tax de aanleiding tot een boerenopstand; in 1990 het sein voor gewelddadige demonstraties. De Local Government Finance Act, zoals de poll tax officieel heette, hield een decentralisatie van de belastingheffing op onroerend goed in. Voortaan zouden de lagere overheden deze heffing opleggen, die voor alle inwoners, ongeacht hun inkomen, gelijk was. De hoogte van de poll tax werd per gemeente bepaald. De ongeregeldheden die de invoering van deze belasting veroorzaakten, versnelden de val van Thatcher.

De poll tax heeft slechts een jaar bestaan. In 1991 verving de regering-Major de gehate heffing door een onroerend-goedbelasting op basis van de waarde van de woning en het aantal inwoners van de gemeente.

Een letterlijke vertaling van poll tax is `hoofdelijke belasting'.

< >