Een Russische term, geïntroduceerd door Sovjetleider Michail Gorbatsjov, die herstructurering betekent.
Volgens Gorbatsjov waren in de Sovjetunie grote sociaal economische veranderingen nodig om de samenleving te moderniseren. Er moest meer aandacht komen voor kosten en baten, rendement, efficiency en eigen initiatief. Belangrijke beslissingen behoorden niet alleen op centraal niveau genomen te worden, maar ook door lagere functionarissen. Vrijheid van ondernemen was niet langer onbespreekbaar, waardoor het systeem van planeconomie zijn onaantastbaarheid verloor.
Het succes van de perestrojka was zo gering, dat de ontevredenheid onder de Sovjetburgers snel toenam. De herstructurering van de economie bleek voor Gorbatsjov en zijn medewerkers een onmogelijke opgave. Zeventig jaar planeconomie had voor een onvoorstelbare starheid gezorgd. Toen de planeconomie begon te verdwijnen, kwam er chaos voor in de plaats.
Vooral het falen van de perestrojka versnelde het proces van uiteenvallen van de Sovjetunie. De republieken zagen hun kans schoon het heft in eigen handen te nemen en zich van Rusland los te maken.
