Staat in Azië; sinds 26 november 1924 onafhankelijk onder de naam Volksrepubliek Mongolië.
Van 1686-1911 was Mongolië onder de naam Buiten-Mongolië een Chinese provincie. Na de Chinese revolutie van 1911 kwam Mongolië onder bescherming van Rusland te staan. Van 1919-21 was het gebied opnieuw een Chinese provincie. Op 31 maart 1921 werd een voorlopige regering ingesteld die de onafhankelijkheid uitriep. Op 5 november 1921 werd een verdrag gesloten met de Sovjetunie. Op 26 november 1924 werd de naam Volksrepubliek Mongolië ingevoerd.
Ondanks de zelfstandigheid bleven zeer nauwe banden met de Sovjetunie bestaan. De communistische Mongoolse Revolutionaire Volkspartij (MPRP) was de enig toegestane politieke partij. Op 20 oktober 1945 werd onder de bevolking een referendum gehouden dat de onafhankelijkheid van het land bevestigde. Een verdrag tussen de Sovjetunie en de Volksrepubliek China van 14 februari 1950 garandeerde die onafhankelijkheid. In 1987 werd een nieuw grensverdrag met China gesloten.
Sinds 1950 zijn in Mongolië diverse vijfjarenplannen doorgevoerd, mede bedoeld om naast de traditionele veeteelt industrie te ontwikkelen. Ook Mongolië ontkwam niet aan veranderingen door het einde van de Koude Oorlog. In mei 1990 werden politieke hervormingen doorgevoerd, waaronder het toestaan van meerdere politieke partijen. Op 29 juli 1990 werden voor het eerst verkiezingen gehouden waaraan meer partijen konden deelnemen. De regerende MPRP won 357 van de 430 zetels van de Grote Volks-Hoeral. Op 12 februari 1992 werd een nieuwe grondwet van kracht, die het socialisme verwierp. De Volksrepubliek Mongolië heette voortaan Mongolië. Het twee-kamersysteem van een Grote en een Kleine Hoeral werd vervangen door een één-kamersysteem met een Grote Volks-Hoeral, die direct zou worden gekozen door alle burgers boven de vijfentwintig jaar. De eerste verkiezingen volgens de nieuwe grondwet op 28 juni 1992 gaven opnieuw een overmacht van de MPRP te zien: 70 van de 76 zetels in de nieuwe Grote Volks-Hoeral. Op 6 juni 1993 werden voor het eerst presidentsverkiezingen gehouden. De sinds september 1990 regerende president Punsalmaagiyn Ochirbat werd met 57,8 procent van de stemmen gekozen.
Economisch ging het in de jaren negentig niet zo goed met Mongolië. Zowel de veeteelt als de industrie liep terug. Een groot deel van de staatsbedrijven ging failliet of draaide niet goed.
Naast Buiten-Mongolië bestond (en bestaat) Binnen-Mongolië, dat een autonome status binnen China bezit. Het gebied werd in de jaren 1937-38 door de Japanners bezet, en in augustus 1945 door de Sovjets bevrijd. Binnen-Mongolië bleef een deel van China. Er wonen tien keer zoveel Chinezen als Mongolen.
