De militaire leider van de Bosnische Serviërs.
Ratko Mladic werd geboren in een dorpje in het oosten van Bosnië-Herzegovina. Zijn ouders vochten in de Tweede Wereldoorlog met de partizanen tegen de Ustasa's, de Kroatische fascisten die genadeloos huishielden onder de Serviërs. Mladic' vader werd door de Ustasa's vermoord.
Mladic nam dienst in het Joegoslavische leger, en klom op tot kolonel. In juli 1991 werd hij commandant van het leger in Kosovo. In april 1992 werd Mladic tot generaal bevorderd. Een maand later werd hij de militaire leider van de Servische Republiek, die op 5 januari in Bosnië-Herzegovina was uitgeroepen. Mladic maakte furore onder de Serviërs, die hij tegen het Bosnische regeringsleger van de ene overwinning naar de andere leidde. Hij groeide uit tot een volksheld van de Bosnische Serviërs, die geloofden dat ze met Mladic aan het roer onoverwinnelijk waren.
Toen het geduld van de internationale gemeenschap met de Bosnische Serviërs in de zomer van 1995 op was, weigerde Mladic in te binden. Pas na hevige luchtaanvallen van de NAVO die op 30 augustus 1995 begonnen, was de generaal bereid de zware wapens rond de belegerde Bosnische hoofdstad Sarajevo weg te halen. Na het verlies van de Krajina aan de Kroaten in augustus 1995 werd Mladic door Radovan Karadzic, de politieke leider van de Bosnische Serviërs, ontslagen. Hij werd kort daarna echter weer in genade aangenomen, omdat het Bosnisch-Servische leger zich massaal achter de populaire generaal opstelde.
Mladic is evenals Karadzic door het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag wegens oorlogsmisdaden in staat van beschuldiging gesteld. Bij een bezoek aan het buitenland loopt hij het risico te worden gearresteerd. Een van zijn zwaarste oorlogsmisdaden pleegde hij in juli 1995 door bevel te geven duizenden moslims uit de veroverde enclave Srebrenica te vermoorden. Srebrenica was beschermd geweest door Nederlandse VN-militairen, die niet veel anders konden doen dan lijdzaam toezien.
Op 12 oktober 1995 werd voor zestig dagen een staakt-het-vuren in Bosnië-Herzegovina afgekondigd. Onder zware Amerikaanse druk leidden onderhandelingen op 21 november 1995 tot een akkoord tussen de leiders van Bosnië-Herzegovina, Kroatië en de Federale Republiek Joegoslavië. De rol van Ratko Mladic leek uitgespeeld.
