Frans politicus; president van Frankrijk (1981-95).
François Mitterrand werd in Bordeaux geboren als zoon van een stationchef. Hij studeerde rechten, letteren en politieke wetenschappen in Parijs. In 1940 werd hij door Duitse troepen gevangengenomen, maar wist te ontsnappen. Mitterrand werd een hoge ambtenaar in het Vichy-bewind, maar speelde tegelijk een rol in het verzet; in 1943 ging hij bijvoorbeeld voor een geheime missie naar Londen. In 1944 was hij in de voorlopige regering van Charles de Gaulle belast met de opvang en verzorging van krijgsgevangenen. Mitterrand was in 1946 één van de oprichters van de sociaal-democratische partij. Tijdens de Vierde Republiek (1946-58) was hij in elf regeringen minister, onder andere van Binnenlandse Zaken (1954-55) en van Justitie (1956-57). Bij de terugkeer van de Gaulle in 1958 in de landelijke politiek verloor Mitterrand zijn zetel in het parlement. In 1962 keerde hij in het parlement terug. Drie jaar later behaalde hij met steun van een aantal linkse partijen bij de presidentsverkiezingen vierenveertig procent van de stemmen, te weinig om president de Gaulle te kunnen bedreigen. In 1967 breidde hij de politieke samenwerking uit tot de communisten, waardoor de parlementsverkiezingen van dat jaar bijna een linkse meerderheid opleverden. Kort na de mei-opstand van 1968 leed Mitterrand bij de verkiezingen in juni een nederlaag. In 1971 werd hij voorzitter van de nieuwe socialistische partij (Parti Socialiste), die in dat jaar was opgericht. In 1974 verloor hij opnieuw de presidentsverkiezingen, ditmaal van Giscard d'Estaing.
Bij zijn derde poging president te worden, werd Mitterrand in mei 1981 met tweeënvijftig procent van de stemmen gekozen en behaalde daarmee een revanche op Giscard. Hij steunde in het parlement op een absolute meerderheid van socialisten en communisten. Aanvankelijk voerde president Mitterrand een hervormingspolitiek, gericht op nationalisaties van grote ondernemingen en op decentralisatie van het bestuur. Daarnaast nam hij een aantal populaire maatregelen, zoals een verhoging van het minimumloon. Op het terrein van de buitenlandse politiek toonde hij zich voorstander van verdere Europese samenwerking, waardoor hij regelmatig in conflict kwam met de Britse premier Margaret Thathcher. Binnen de NAVO pleitte hij voor versterking van de nucleaire bewapening om de dreiging van de Sovjetunie het hoofd te kunnen bieden. Tegelijkertijd bouwde hij ook de Franse kernmacht uit. Door verslechterende economische omstandigheden was Mitterrand in de loop van de jaren tachtig genoodzaakt een meer rechtse politiek te voeren en de samenwerking met de communisten te beëindigen, waardoor hij enigszins afstand nam van zijn socialistische beginselen. In 1986 verloren de socialisten de absolute meerderheid in het parlement, zodat Mitterrand moest samenwerken met een centrum-rechtse regering, onder leiding van Jacques Chirac (cohabitation). Met het aantreden van de socialistische premier Michel Rocard op 10 mei 1988 kwam een eind aan deze politiek ongewenste situatie. Mitterrand werd in datzelfde jaar als president herkozen.
Aan het begin van de jaren negentig ontstond naar aanleiding van zijn autobiografie kritiek op zijn tweeslachtige rol in de Tweede Wereldoorlog. Ondanks deze kritiek dwong de president door zijn houding respect af bij de Franse bevolking. In 1994 verklaarde Mitterrand in een interview ernstig ziek te zijn. Desondanks slaagde hij erin zijn tweede ambtstermijn te vervullen. In mei 1995 werd Mitterrand opgevolgd door zijn politieke rivaal Jacques Chirac.
Mitterrand verwijderde zich als president steeds meer van zijn socialistische achtergrond. Hij wilde boven de partijen staan. Zijn eigenwaan was groot, zoals te zien is aan prestigieuze bouwwerken als de piramide voor het Louvre en de immense nationale bibliotheek die in Parijs verrees en die wereldwijd werden gewaardeerd.