Duits politicus; bondskanselier sinds 1982.
Kohl werd geboren in Ludwigshafen; hij studeerde aan de universiteiten van Frankfurt en Heidelberg, en behaalde in 1958 een doctorstitel in de politieke wetenschappen.
In 1947 werd hij lid van de Christlich-Demokratische Union (CDU). Na zijn studie begon Kohl een politieke loopbaan in de deelstaat Rijnland-Palts. Van 1959-76 was hij lid van het deelstaatparlement, en van 1969-76 minister-president. In 1973 werd Kohl (landelijk) voorzitter van de CDU. Tot 1982 was hij oppositieleider in de Bondsdag; in 1982 volgde Kohl de SPD'er Helmut Schmidt als bondskanselier op.
In de eerste jaren van zijn regering drong Kohl de staatsuitgaven terug; steunde hij volop de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en drong hij aan op meer Europese integratie. In de tweede helft van de jaren tachtig liep de politieke en electorale steun voor de regering-Kohl in Duitsland aanzienlijk terug, omdat Kohl het charisma miste van zijn beide voorgangers Schmidt en Brandt.
Kohls glorietijd was het jaar 1990, toen hij erin slaagde de Duitse hereniging te realiseren. Zijn populariteit in beide delen van Duitsland was toen bijzonder groot.
Kort na de hartstochtelijk toegejuichte hereniging bleek de integratie van het voormalige Oost-Duitsland in de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) echter moeizamer te verlopen dan was voorspeld; de economische teruggang in de voormalige Duitse Democratische Republiek was veel ingrijpender dan men in Oost- en West-Duitsland had verwacht. De kritiek op Kohl groeide; hem werd verweten de zaken te mooi te hebben voorgesteld. Doordat de Duitse economie in 1994 onverwacht sterk groeide, slaagde de bondskanselier erin het verlies bij de Bondsdagverkiezingen in het najaar zó beperkt te houden, dat hij de coalitie met de liberale Freie Demokratische Partei (FDP) kon voortzetten. Wat Kohl ook in de kaart speelde, was dat de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) niet over een leider met een grote uitstraling beschikte; daardoor kon hij het politieke toneel in de BRD blijven beheersen.
