Gepubliceerd op 13-06-2017

Kenya

betekenis & definitie

Republiek in Oost-Afrika; op 12 december 1963 onafhankelijk geworden.

In 1888 kreeg de Imperial British East Africa Company een concessie van de sultan van Zanzibar voor het gebied dat later Kenya ging heten. In 1895 kwam Kenya onder de naam East Africa Protectorate als kroonkolonie onder de Britse kroon. In 1906 kreeg het gebied een gouverneur en een uitvoerende en wetgevende raad. In 1920 werd de naam Kenya ingevoerd. Een deel van de vruchtbare hooglanden werd voor blanke kolonisten gereserveerd.

In de jaren twintig begonnen zich Afrikaanse politieke bewegingen te ontwikkelen, die een aandeel in het bestuur van het land vroegen. In 1924 ontstond een religieus en politiek genootschap van het Kikuju-volk, dat in 1940 door de Britten werd verboden. In 1944 werd een bredere organisatie opgericht, de Kenya African Union (KAU). Omdat de Britten geen concessies aan Kenya wilden doen, ontwikkelde zich omstreeks 1950 een ondergrondse beweging, die haar leden absolute gehoorzaamheid oplegde. Deze beweging werd om onduidelijke redenen Mau Mau genoemd. Wellicht heeft de naam te maken met de Mau-kloof.

Toen de Britten landbouwgrond van de inheemse bevolking afnamen en tweehonderd vooraanstaande KAU-leden arresteerden, brak een opstand uit, die de Mau-Mau-opstand (1952-59) werd genoemd. De opstandelingen pleegden talrijke sabotageacties, waarbij ze het vee van de blanke kolonisten ombrachten. De opstand werd met name gedragen door het volk van de Kikuju's. Hun belangrijkste leider was Jomo Kenyatta. Het grootste deel van de strijd heeft hij niet actief meegemaakt, omdat hij tot dwangarbeid was veroordeeld. De opstand werd weliswaar door de Britten neergeslagen, maar vormde desondanks de aanleiding tot onderhandelingen over de onafhankelijkheid van Kenya.



Bij parlementsverkiezingen in 1962 werden afgevaardigden van de Kenya African Union en de Kenya African National Union gekozen. Op 12 december 1963 werd het land onafhankelijk binnen het Britse Gemenebest, terwijl Kenya op 12 december 1964 een republiek werd, met Kenyatta als president. Kenyatta streefde naar verzoening tussen de diverse volken in Kenya en de blanke kolonisten. De Aziaten werden minder vreedzaam bejegend. Veel Indiërs moesten Kenya verlaten, wat nadelig was voor de Kenyaanse economie, omdat de Indiërs een belangrijke rol in de handel en de middenstand speelden. Onder Kenyatta sloot Kenya zich bij de beweging van de niet-gebonden landen aan.

In 1978 overleed Kenyatta; hij werd opgevolgd door Daniel Arap Moi. Een jaar na het aantreden van Kenyatta's opvolger sloot Kenya een verdrag met de noorderbuur Ethiopië. Beide landen gingen samenwerken tegen de vijand Somalië, dat aanspraak maakte op het door Somaliërs bewoonde grensgebied in het noordwesten van Kenya.

President Moi kwam onder steeds grotere druk uit binnen- en buitenland te staan om een einde te maken aan het eenpartijstelsel van de Kenya African National Union (KANU). Op 29 december 1992 werden er voor het eerst in de Kenyaanse geschiedenis vrije verkiezingen gehouden. De verkiezingen werden weliswaar door de KANU van Moi gewonnen (95 van de 188 zetels), maar de regeringspartij kreeg te maken met de oppositie van drie partijen die ook een behoorlijk aantal zetels hadden gehaald. Bij de gelijktijdig gehouden presidentsverkiezingen werd president Moi voor een vierde ambtstermijn gekozen. De kritiek op zijn autocratische en corrupte regering bleek uit de slechts 36 procent van de stemmen die hij behaalde, maar hij wist te profiteren van de verdeeldheid bij de oppositie.

< >