Een functionaris van de National-Sozialistische Deutsche Arbeiter Partei (NSDAP).
Het woord `gouw' betekent landstreek. Gouwleiders leidden de regionale partijorganisaties; zij ressorteerden direct onder partijleider Adolf Hitler. Het ambt werd in 1925 ingesteld.
Na de machtsovername van Hitler in 1933 kregen veel gouwleiders het politieke bestuur van hun gebied in handen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het ambt ook in de bezette gebieden ingesteld. De gouwleiders kregen in de oorlog extra volmachten, die ze onder andere gebruikten om, tegen de centrale bevelen in, de positie van hun regio te verbeteren. Zo verijdelden ze op grote schaal het stilleggen van civiele bedrijven, en saboteerden ze aan het einde van de oorlog de door Hitler bevolen tactiek van de verschroeide aarde.
