Gepubliceerd op 13-06-2017

Douglas-Home, Alexander Frederick, (1903-95).

betekenis & definitie

Brits politicus; premier van 1963-64.

Douglas-Home stamt uit een Schots adellijk geslacht, waarvan de stamboom tot in de elfde eeuw teruggaat. Hij studeerde in Eton en Oxford. In 1931 werd hij namens de Conservative Party lid van het Britse Lagerhuis. Van 1937-39 was hij parlementair secretaris van premier Neville Chamberlain. Hij vergezelde Chamberlain op de conferentie van München in september 1938. Douglas-Home heeft Chamberlains appeasementpolitiek tegenover het Duitsland van Adolf Hitler altijd verdedigd, omdat er volgens hem gezien de internationale omstandigheden geen alternatief was. Door een ernstige ziekte was hij tijdens de Tweede Wereldoorlog twee jaar uitgeschakeld. In 1943 keerde hij in het Lagerhuis terug. In 1945 was Douglas-Home korte tijd onderminister voor Buitenlandse Zaken in het overgangskabinet van Winston Churchill. Hij verloor bij de verkiezingen in de zomer van 1945 zijn Lagerhuiszetel, maar keerde in 1950 terug. In 1951 erfde hij de adellijke titels van zijn vader en verhuisde naar het Hogerhuis. Van 1951-55 was hij onderminister voor Schotland en van 1955-60 minister voor Gemenebestbetrekkingen. Van 1960-63 was Douglas-Home onder premier Harold Macmillan minister van Buitenlandse Zaken. Op 7 november 1963 deed hij afstand van zijn zes adellijke titels, waardoor hij weer in het Lagerhuis kon worden gekozen.

In 1963 volgde hij Macmillan als premier op. Hij voerde een gewaagde financiële politiek door de geldhoeveelheid fors te vergroten om de economie een stimulans te geven. Bij de verkiezingen van 1964 leden de Conservatieven een kleine nederlaag, waardoor Labour-leider Harold Wilson premier werd. Douglas-Home was onder premier Edward Heath opnieuw minister van Buitenlandse Zaken (1970-74). Daarna keerde hij als baron Home naar het Hogerhuis terug.

< >