Gepubliceerd op 29-06-2020

Vredespaleis

betekenis & definitie

Zetel van het Internationaal Gerechtshof en het Permanent Hof van Arbitrage te Den Haag.

Het Vredespaleis werd in de jaren 1907-1913 gebouwd als zetel van het Permanent Hof van Arbitrage. Tot de oprichting daarvan was besloten op de Eerste Haagse Vredesconferentie, die in 1899 werd gehouden in paleis Huis ten Bosch. De Amerikaanse staalmagnaat Andrew Carnegie stelde daartoe een grote som geld beschikbaar. Het ontwerp voor het paleis werd gemaakt door de Franse architect L.M. Cordonnier, de winnaar van de uitgeschreven architectenprijsvraag. Hij koos voor een neorenaissancestijl; het ontwerp, dat aanvankelijk twee grote torens telde, werd versoberd door de Nederlandse bouwkundige J.A.C. van der Steur.

De Nederlandse Staat stelde de bouwgrond ter beschikking, een groot terrein aan het begin van de Scheveningseweg, niet ver van het landgoed Zorgvliet en het Catshuis. Hier lagen de 18e eeuwse buitenplaatsen Rustenburg en Buitenrust, die rond 1840 werden aangekocht door koning Willem II. Zijn weduwe Anna Paulowna gebruikte Buitenrust later als winterresidentie en liet in Rustenburg een Russische kapel inrichten. Aan het einde van de 19e eeuw kwamen beide buitenplaatsen in handen van een Haagse bouwmaatschappij. Deze verkocht de grond in 1905 aan de Staat. Buitenrust en Rustenburg werden gesloopt ten behoeve van de bouw van het Vredespaleis en de aanleg van de tuin eromheen.

De jonge koningin Wilhelmina zag niets in de Haagse Vredesconferentie en haar besluiten omdat zij tegen ontwapening en tegen ‘utopische’ plannen was. Zij weigerde dan ook in 1907, tijdens de Tweede Haagse Vredesconferentie, de eerste steen voor het Vredespaleis te leggen. Wilhelmina en haar moeder Emma waren wel aanwezig bij de opening van het gebouw op 28 augustus 1913. Op 18 april 1946 werd in aanwezigheid van prinses Juliana en prins Bernhard in de grote zittingszaal het Internationaal Gerechtshof, een onderdeel van de Verenigde Naties, geïnaugureerd. Dit hof is de opvolger van het Permanente Hof van Internationale Justitie (1922-1946) van de Volkenbond, dat ook in het Vredespaleis zetelde.

< >